Om dit verhaal te snappen nemen we een kleine duik in de geschiedenis.
Ik adem in. We gaan terug naar het jaar 1980. Een klein hummeltje van 5 pond wordt geboren. Hoewel er over dat ‘klein zijn’ vast meerdere gedachten moeten zijn geweest. Ik bedenk me dat ik nog een keer aan mijn moeder wil vragen hoe het geweest moet zijn, maar herpak me net op tijd. Niet doen. Niet beseffend dat ik dit 33 jaar later zou schrijven, keek ik ongetwijfeld glazig de wereld in. Als ik toen had geweten dat Pac Man net een maandje in de arcade hallen was te vinden, had ik me losgerukt uit de armen van mijn moeder om vervolgens een kwartje (die bestonden toen nog) uit de broekzak van mijn vader te pakken en was ik regelrecht naar de Arcade hallen gelopen.
Ik moest nog 7 jaar wachten, 7 jaar lang was ik gedompeld in een winterslaap, maar toen ontwaakte ik. Onrustig loop ik heen en weer met een glas chocomel in mijn handen . Mijn oog- handcoördainatie is prima, maar de mensen om mij heen besluiten om mijn glas half vol te laten om niet te knoeien. Voorkom je meteen een half leeg/half vol discussie, en dat op 7-jarige leeftijd. Ik kijk mijn oom met een schuin oog aan. ‘Je verveelt je he’, vraagt hij. Rusteloos kijk ik om mij heen, en dan zie ik het. Een oude schoenendoos. Er steekt iets bovenuit. Ik vraag nieuwsgierig wat er in zit. Mijn oom begint te stralen. Dat is een Atari. Een Atari 2600. Ik kijk hem glunderend, doch licht wantrouwend aan. Instinctief voel ik aan dat er iets bijzonders staat te gebeuren. Hij pakt de doos van tafel en roept ‘een klein momentje’. Hij frommelt wat met draden bij de tv en overhandigt me een knuppeltje. Voor het eerst heb ik een joystick in mijn handen, maar besef het nog niet. Het beeld flitst aan. River Raid staat er op het scherm te lezen. Pure magie danst op het beeldscherm. Een aantal tellen later vlieg ik. Ik vlieg echt. Ik waan me in een strijd, vernietig schepen en vlieg verder. ‘Je moet tanken, je brandstof is op’, hoor ik achter me. Nee, nog niet, eerst nog een helikopter uit de lucht schieten. Boem…Ik stort te aarde en mijn missie is voorbij. Ik had toch moeten bijtanken. Even zo snel als mijn eerste kennismaking met deze wereld is begonnen, is hij ook weer voorbij.
Vanaf dat moment zijn we één. Twee handen op één buik, mijn controller en ik.
We slaan een aantal jaartjes over en nemen een kijkje in 1991. Ik zie een klasgenootje met een Game Boy op het schoolplein staan. Ik loop er naartoe en hij vraagt me of ik ook eens wil spelen. Natuurlijk wil ik dat, wat een vraag. Zenuwachtig, met klamme handen pak ik de Gameboy vast. De wereld om mij heen wordt kleiner en ik kijk naar het schermpje. Tetris. Ik speel de gehele pauze. Ik wil niet meer stoppen, maar de bel brengt me terug in de dagelijkse realiteit. Die gehele middag bouw ik met oude bakstenen een toren in de vorm van Tetris blokken in de zandbak. Ik teken ze groen met de verf die ik in de schuur vind, naar de kleur van het eerste Gameboy scherm. Mijn toren is af en ik val in slaap. Net voordat ik door mijn zelfgemaakte buis naar beneden val, pak ik de net geplante bloemen uit de tuin vast, maar het mag niet baten. Ik raak verzeild in een onbekende wereld. Ik wil hier weg en ren van links naar rechts. Er komt van alles op me af en ik beschiet ze met mijn pasgeplukte bloemen. Via een paddestoel aan de andere kant van de zandbak kom ik weer naar buiten. Ik voel me groot en sterk.
In de jaren die hierop volgden maakte ik nog vele avonturen mee. Een held als Dhalsim, wiens armen en benen ik imiteerde door met elastiekjes aan handen en voeten gebonden mijn klasgenootjes te lijf te gaan, was daar een van. Maar dat was toen.
We schrijven 2013. We zijn in het heden. Ik klik op het profiel van Sen. Diezelfde draak heb ik ook getemd bedenk ik me. Ik besluit te kijken waar hij is gestopt. Een gigantische eindbaas wacht op me. Ik schrik ervan en duik via de nek van het beest pardoes zijn woonkamer in. Zijn vriendin ligt op de bank te slapen. ' Schat, doe je stil', vraagt ze. Ik wil me niet in andermans privé leven mengen, sluip door de kamer en duik achter zijn laptop. Deze staat nog aan. Zijn laatste woorden op het Xboxworld forum zijn: ‘schrijf een overtuigende sollicitatie brief’. Ik loop naar de slaapkamer toe. Sen ligt in een diepe slaap. Hij mompeld iets over draken en Sega console's. Beide handpalmen staan open. Ik leg een rode pil in zijn rechter hand en een blauwe in zijn linker hand. Bij het ontwaken staat er een belangrijke keuze te wachten. Ik schrijf mijn tekst en wacht af...
Beste Sen, ik adem en leef games.
Aan jou de keus; wordt het de blauwe of de rode pil?
Ik hoop op de rode pil, die maakt mij één met mijn o zo geliefde games.
Ik staar naar mijn scherm en druk op verzenden.
Ik druk mijn sigaret uit en adem uit.
Laatst bewerkt: 17 sep 2013