Oderint Dum Metuant
Uitgegeven: 6 mei 2010 09:50
Laatst gewijzigd: 6 mei 2010 09:50
Om beurten verdedigen Feyenoorder Jurryt van de Vooren en Ajacied Menno Pot de eer van hun club in de columntwist ‘De Klassieker’. Jurryt is de enige Nederlander die ooit afstudeerde op Feyenoord. Menno schreef de eerste Nederlandse roman (Vak 127) met fanatieke Ajax-supporters in de hoofdrol.
© ANP
Beste Jurryt,
Onze algemeen directeur, Rik van den Boog, zei deze week in een interview op Radio 1 dat hij "het respect mist voor Ajax in Nederland".
Ik heb eens over die uitspraak nagedacht (sterker: ik heb hem ook al aangestipt in mijn column op de website van de AFCA Supportersclub) en ik moet zeggen: ik ben het er niet mee eens.
Ik vind juist dat er overstelpend veel respect voor Ajax is. Op een andere manier kan ik de rondgierende Ajax-haat namelijk niet interpreteren.
Tweekoppig monster
Neem vanavond: de return van het tweekoppige monster dat bekerfinale heet. Die verzameling opgevoerde, driftig met de vuistjes zwaaiende Duracell-konijntjes die bij jullie achter het doel staat, schijnt van plan te zijn de wedstrijd te verstoren zodra het er te zeer op begint te lijken dat Ajax de beker gaat winnen (het zou dus kunnen dat ze sinds 25 april aan de gang zijn).
Een mooiere blijk van respect en ontzag kunnen ze ons niet bieden. Zo opgewonden zouden die jongens in een bekerfinale tegen Heerenveen, AZ of Roda immers nooit doen. Ajax maakt kennelijk iets unieks bij ze los. Een prachtig compliment.
Die capuchonnetjesbrigade zal vast beweren dat ze juist nul-komma-nul respect voor Ajax hebben, maar kom: elke amateurpsycholoog weet beter. Het is ontzag. Puur, onversneden respect. Hoe opgefokter ze doen, hoe dieper ze buigen voor Ajax.
Geslaagd seizoen
Eigenlijk is dat overal in Nederland hetzelfde. Voor een handvol clubs (Utrecht, Den Haag en jouw eigen Faaienort voorop) is het seizoen geslaagd wanneer er van Ajax gewonnen wordt.
Elke club in Nederland doet er een schepje extra bovenop wanneer wij op bezoek komen, of we nou glorieus eerste staan of ploeterend zesde. Het stadion zit voller dan normaal; de supporters doen net even drukker.
In Ajax' zwartste jaren ervoer ik dat als troostrijk: hè, gelukkig, men haat ons nog. Al zes jaar geen kampioen geweest, een paar keer zelfs buiten de topdrie geëindigd en ver verwijderd geraakt van de Europese top, maar nog altijd goed voor uitingen van extreme weerzin. Gelukkig maar.
Toen AZ vorig jaar landskampioen werd, zongen spelers en supporters om het hardst "helemaal niets in Amsterdam", terwijl men de schaal van PSV overnam en de naaste achtervolger in de competitie FC Twente was.
Alkmaar
Toen FC Twente vorig weekend kampioen werd, hoorde ik geëmotioneerde Twentse supporters zeggen dat ze Amsterdam een poepie hadden laten ruiken, terwijl er al sinds 2004 geen landstitel meer naar Amsterdam is gegaan en er dus veel meer voor te zeggen valt dat Twente de vaste kampioenenstad Eindhoven een poepie heeft laten ruiken, of de meest recente kampioenenstad, Alkmaar.
Of neem Hans Somers van FC Utrecht. Hij nam afscheid van het Utrechtse publiek en zei toen dit (kijken vanaf 1:55). Net zoiets als de nationale ploeg van Bhutan of de Kaaiman Eilanden die zegt het WK te zullen boycotten, maar toch: hij noemt ons toch maar even.
Dat we op zulke momenten zo'n prominente plek hebben in de emoties van supporters van andere clubs, mag je opvatten als een eerbiedige buiging voor het altaar dat Ajax heet. Jaloersmakend, zo lijkt me.
Het is van een prachtige tegenstrijdigheid: juist de ergste Ajax-haters demonstreren tegen wil en dank hoe groot het respect voor Ajax nog altijd is. Hoe slecht we het ook doen; we blijven ijkpunt.
Snor
Pas wanneer het publiek van NEC juichend op de banken staat wanneer Ajax de titelstrijd van Twente wint in plaats van verliest, moeten we ons zorgen gaan maken. Tot die tijd zit het wel snor. Ook vanavond in De Kuip.
De Romeinen hadden er een mooi gezegde voor: oderint dum metuant. Oftewel: laat ze ons maar haten, zolang ze ons maar vrezen.
Oderint dum metuant. Die drie woorden mogen, wat mij betreft, vanavond eenmalig onder de drie Andreaskruisen van het Amsterdamse stadswapen staan, in plaats van de gebruikelijke drie: Heldhaftig - Vastberaden - Barmhartig.
In de laatste 83 minuten van de eerste bekerfinale zijn we namelijk al barmhartig genoeg geweest.
Mazzel!
Klik om te vergroten...