[3e deel]
Wat hierboven wordt gezegd over godsdiensten geldt voor alle geloofsstromingen, ook buiten het christendom… Elke religie kent zijn tientallen, zelfs soms honderdtallen afsplitsingen… Ik kan daar via mijn ervaringen met mijn Boeddhistisch georiënteerde leermeester die ik ooit kende zo rond mijn 20e levensjaar over meepraten… Dit is het derde deel in deze topic waarin ik wat van mijn ervaringen weer zal geven...
Mijn Boeddhistische meester had een enorm beeld van Boeddha in zijn huis staan, omringd met boekenplanken vol boeken… Sartre, De Beauvoir, Céline en vele anderen stonden daartussen… Ik spreek geen woord Frans, dus ik snapte er niks van… Ik stond wel eens naar de boekenruggen te turen als mijn meester thee aan het zetten was… Een kop thee drinken is in het Boeddhisme een speciaal ritueel… Het schept een band, omdat je met zijn allen thee drinkt en het is dan de bedoeling dat je zwijgt om het moment van het heden te ervaren…
Mijn meester zei dat er in religies steeds twee hoofdstromingen zijn, het kleine voertuig en het grote voertuig… De rest noemde hij 'sektarische afsplitsingen die de mens zelf maakt, vooral onder invloed van zijn eigen wensen'... Het kleine voertuig wordt gevormd door een leermeester met discipelen, waarbij een verborgen leer wordt onderwezen van meester tot leerling… De gnostici zijn daar een goed voorbeeld van… Het grote voertuig is het spreken tot de massa, de poging om bepaalde wijsheden uit te leggen aan een volk, bijvoorbeeld… In mijn aantekeningenboek waar ik het één en ander aan gesprekken met mijn meester grofweg heb vastgelegd (en waaruit ik deze posts opbouw) staat het volgende wat mijn meester daarover zei ooit: “Boeddha en bijvoorbeeld ook Jezus zijn voorbeelden van meesters die beide voertuigen wilden voeden, zowel de kleine kring aan volgelingen of discipelen voorzien van een meester-leerling relatie alswel het onderricht aan de massa. Het is erg ondankbaar werk…” vervolgde hij. “Ik ben ook zo’n gek die zijn ervaringen wil delen met onder andere jou. Vraag me niet waarom ik het doe, op de één of andere manier voelt het als een verplichting om levende wezens te helpen. Vroeger was ik een zwerver, ik wilde met de wereld niets van doen hebben. Nadat mijn vrouw veel te jong was overleden, hoefde het voor mij niet meer… Ik was kapot. Ik sliep onder bruggen in Frankrijk en zag het dagelijkse bestaan van de gewone mensen aan me voorbij trekken. Het was in vergelijking tot de dood allemaal zo zinloos. Ik leefde als in een verdoving, en al het normale leven om me heen leek kunstmatig en krankzinnig. Op een dag ontmoette ik een man uit Rusland. Hij had een uitstraling als van een godheid, hij leek de enige echte mens tussen al die kunstmatige en haastig naar hun werk reizende mensen. Hij zag mij en we raakten in gesprek, dat was het begin van de terugkeer naar het leven. Die Rus had een soefi-achtergrond (de gnostici uit de Islamitische religie) en kende Parijs als zijn broekzak. Hij rookte als een ketter en dronk Wodka als het een lieve lust was… Ik heb hem nooit dronken gezien, hoeveel drank hij ook op had. Ik dacht eerst dat het een alcoholist was, als je tegen zulke hoeveelheden drank kunt… Maar niets was minder waar. Hij liet me inzien dat ik met mijn zwerversbestaan mijn overleden vrouw nooit zou terugkrijgen en dat het zonde was dat ik mezelf aan het vernietigen was. Ik kon het niet verwerken, hij leerde me het verwerken… Ik zal je er niet verder mee vermoeien hoe hij dat deed, maar ik doe nu hetzelfde bij jou. Ik zag je geestelijk inkrimpen als gevolg van die depressies die je hebt… Ik voel het als mijn plicht om soms mensen uit hun pijn te helpen ontsnappen…”
Ik keek hem met ontzetting aan, verbaasd over het feit dat hij zelf door een hel was gegaan. Het leek wel een kettingreactie: eerst hij in de shit, hij uit de shit, ik in de shit, hij helpt me uit de shit. Ik had hem vaker gevraagd waarom hij me wilde helpen. Hij antwoordde dan: “Vraag me dat niet nu, ik zal het je later wel laten weten…” Na drie maanden vertelde hij me bovenstaand verhaal van zijn eigen leven. “Maak je geen zorgen”, zei hij me, “het komt allemaal goed met je. Maar om terug te komen op de leermeesters en hun beweegredenen om anderen te helpen… Hulp kan pas geboden worden als je jezelf KENT, met een nadruk op zelfkennis… Dit was het stokpaardje van Socrates: ken u zelve. Iedereen denkt dat hij of zij zichzelf kent, maar in werkelijkheid kent ieder mens eigenlijk alleen zijn eigen ego, de persoonlijkheid die hem min of meer is aangeleerd door de samenleving. Ik heb daar geen kritiek op, maar dat zelfde IK is het grootste obstakel om eventueel hulp aan anderen te kunnen bieden. Ik beweer dus niet per definitie dat het IK slecht is of zo. Het ego is echter een samenraapsel van wensen, trots, eigenbelang en vooral van datgene wat ze ‘smaak’ noemen. Goede smaak is zeer subjectief, ook al denken veel zogenaamde deskundige mensen dat ze een kunstwerk objectief bekijken. Vergeet het maar. Het ego is een probleemmaker, het zal altijd problemen blijven scheppen. Daar is het een meester in, maar het ego kan jou op emotioneel vlak niet echt helpen, laat staan dat het een ander zal kunnen helpen! Emotie en denken lijken in elkaar over te vloeien als alles voor de wind lijkt te gaan, maar in probleemsituaties werken ze elkaar vaak ernstig tegen. Gevolg: mensen raken in de war, raken emotioneel geïmmobiliseerd of plegen in het ernstigste geval zelfmoord, als de geestelijke ellende maar lang genoeg voortduurt. Maar goed, je kunt dus pas helpen als je de wegen en dwaalwegen van het ego hebt doorgrond. Verlichting is dus een ervaring waardoor je bevrijdt wordt van het lijden, van JOUW persoonlijke lijden. Dat kan een ander soort lijden zijn dan van de buurman, maar er zijn ook vaak veel overeenkomsten. Ik zal je daar niet verder mee vermoeien. Boeddha heeft zich na zijn verlichting ten doel gesteld om levende wezens te helpen om het persoonlijke lijden te verlichten door inzicht. Vandaar dat ik met jou praat, je observeer en zie hoe je je gedraagt. Ik probeer mijn helder inzicht te gebruiken om jou te helpen jezelf te helpen. Feitelijk doe ik helemaal niet zoveel, ik leer je wat meditaties en voer wat gesprekken met je. Maar jij bent de enige die jezelf helpt, ik kan buiten mijn bijdrage niet veel uitrichten. Wanneer je de deur uitloopt en nooit meer terugkeert, kan ik daar niets aan doen. Ik zal je zelfs niet achterna komen. Jij hebt een probleem, ik niet. Mensen die anderen hulp opdringen zijn bemoeials die er eigenbelang bij hebben om anderen zogenaamd te helpen en bij te staan. Dat zijn de charlatans en reken maar dat dat er héél wat zijn. Ik ga niet uitmaken wie wit of zwart is, je zult in je leven weldra leren herkennen wat waarde heeft en wat niet… Dat kunnen we niet afdwingen.”
“Ik ben een leraar die uitsluitend geïnteresseerd is in het kleine voertuig, de verhouding meester-leerling. Ik probeer de leerling op een zelfde niveau te krijgen als mijzelf, zodat hij of zij zelf een meester wordt over zichzelf. Als je zover bent, kan ik je niets meer leren… Jezus en Boeddha hadden een dergelijke verhouding ook met hun leerlingen, alleen richtten ze zich zoals gezegd ook op de massa, het volk om hun heen, met als doel om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Jezus was echter onvoorzichtig, kon eigenlijk ook niet anders omdat er onder andere sprake was van een Romeinse overheersing… Hij wilde echter een enorme ommekeer teweeg brengen binnen de Joodse godsdienst, maar hij werd als zo rebels gezien, dat ze hem uiteindelijk maar vermoord hebben… Feitelijk hebben ze de onschuld gekruisigd, want Jezus was een zuiver mens. Dat kan de werking van het ego zijn: eigenbelang, politiek, je positie en territorium in stand proberen te houden. Dat deden de farizeeën en schriftgeleerden: ze beschermden hun godsdienst tegen die onverlaat, één of andere knakker die de grondvesten onder hun geloofsbelijdenis wilde laten schudden en zelfs in laten storten. Uit angst en onbewustheid van hun verkeerde opvattingen zagen ze Jezus als een directe bedreiging en dat werd zijn dood. Ze keken door hun eigen vervormende filter naar hem, via hun eigen ego met hun eigen belangen, “das ding für mich” (Immanuel Kant)…
Boeddha was een prins die leefde in een tijd dat er feitelijk weinig of geen oorlog was in India. Hij had zitting in een rijke cultuur en als hij tegen de massa sprak, waren er weinig mensen die moordneigingen door hem kregen. Hij heeft zeer zeker ook vijanden gehad, ze hebben hem diverse malen met stenen bekogeld. Maar in vergelijking met Jezus is hij er vrij goed vanaf gekomen, omdat er vrijwel geen politiek in het spel was in die dagen omtrent dat wat hij te verkondigen had. Daarom heeft Boeddha het in zekere zin gemakkelijker gehad dan Jezus. Het Boeddhisme kent ook diverse thema’s die overeenkomen met die van het Hindoeïsme, althans, op het eerste gezicht.” Ik keek hem aan en zei: “Bedoel je soms reïncarnatie?” “Ah”, antwoordde hij, “je komt met je studie van het Boeddhisme voor de dag”. Ik zweeg. “Reïncarnatie… Een ingewikkeld thema, net als Karma… Reïncarnatie, het steeds weer geboren worden… Je kunt je beter bezighouden met het nu, en niet met het hiernamaals. Want je leeft in het heden, en dat is het enige moment waarin je kunt leven en ervaren. Reïncarnatie is voor de dommen, het heeft weinig te maken met het leven na de dood. Feitelijk betekent het “herhaling”, het ronddraaien van het eeuwige wiel van gewoonten die je maar niet van je af kunt schudden. Het menselijk ego houdt je gevangen binnen dat wiel, net zolang totdat je er zo onder lijdt, dat je er uit wilt springen.” Hij keek mij doordringend aan: “Dat is wat jij gedaan hebt, misschien gedeeltelijk onbewust… Iets in jou is zodanig gaan lijden onder het bestaan wat je had, dat je er uit wilde springen. Het wonderlijke ervan is dat de ene mens wel rijp genoeg wordt en de andere niet. Moeder aarde kan dat niets schelen, die is uitsluitend gericht op het in stand houden van de soorten, niet of jij bewust leeft of niet. Jouw lijden laat het universum koud, hoewel… Daarvoor zijn leermeesters ontworpen, om je eventueel te helpen.” Hij glimlachte breed.
“Eenzelfde lot treft het Karma. Karma is binnen het Hindoeïsme het verzamelen van goede en kwade daden en gedachten. Alsof er een god zou zijn die dat allemaal voor je bij zal houden! De Hindoes geloven dat je na je dood terug zult keren in een andere vorm of in dezelfde vorm via reïncarnatie. Ik heb al aangegeven dat hun geloof in reïncarnatie wat mij betreft een illusie is, en dat het eigenlijk iets heel anders betekent. Dat geldt dus ook voor het Karma. Zoals de Hindoes het interpreteren is het een strafsysteem net ongeveer als dat van de christelijke Mozes: “Oog om oog, tand om tand”. Maar alles staat met alles in verbinding en staat niets op zichzelf in dit bestaan. We zijn een systeem waarin alles invloed heeft op alles. Dat is feitelijk de betekenis van het Karma. Niemand kan iets doen zonder dat dit gevolgen heeft voor anderen, je moet je bijzonder bewust worden van wat je doet in het leven. Het gaat er om andere mensen geen kwaad te berokkenen of onnodig leed te bezorgen, dat is de betekenis van Karma! Dus niet wat de Hindoes er van gemaakt hebben… Denk daar maar eens goed over na…”
Wordt vervolgd! In de volgende post leg ik het Boeddhistische systeem nader uit (onder andere het achtvoudige pad)…
Laatst bewerkt: 11 aug 2006