Terroristen hebben vrijhaven nodig
Om een atoombom te maken, hebben terroristen een vrijhaven nodig, een land dat hen in bescherming neemt. Daarom is de angst van de Amerikanen voor de zogeheten schurkenstaten goed te begrijpen, meent Harry. Maar dan nog. Voor de fabricage van een atoombom zijn ingewikkelde installaties nodig. Grote, cilindervormige centrifuges om uranium te verrijken, bijvoorbeeld. Of chemische fabrieken om plutonium uit kernafval te halen. Grote kans dat satellieten of inlichtingendiensten daar lucht van krijgen.
Peter van Ham, onderzoeksdirecteur van instituut Clingendael, sluit dan ook uit dat een groep als Al Qaeda zelf een atoombom maakt. En dus moeten Bin Laden cum suis stelen of kopen, om (onderdelen van) het gevreesde wapen in handen te krijgen. Geen wonder dat de Saoedische terrorist grote interesse heeft in de nucleaire winkel van de Pakistan Khan. Dat er contacten zijn, staat vrijwel vast. Zo werd een naaste medewerker van Khan, de atoomgeleerde Sultan Bashiruddin Mahmood, kort na 11 september ondervraagd door de Pakistaanse geheime dienst, volgens sommigen op verzoek van de CIA. Daaruit bleek dat hij een maand voor de aanslagen een ontmoeting had gehad met Bin Laden.
Boven aan het boodschappenlijstje van Al Qaeda staat ongetwijfeld de splijtstof van een atoombom: hoogverrijkt uranium (uranium-235) of plutonium. ‘Als ze dit kunnen kopen op de zwarte markt, zou het ze misschien toch kunnen lukken een kernwapen te maken’, zegt Van Ham. ‘Maar bomzuiver nucleair materiaal is heel moeilijk, zo niet onmogelijk te verkrijgen. Splijtstof wordt overal ter wereld heel zwaar bewaakt’, voegt hij er direct aan toe.
Over dat laatste wordt verschillend gedacht. Na de ontmanteling van een deel van het Sovjetkernwapenarsenaal bleef in landen als Rusland, Oekraïne, Kazakstan en Oezbekistan een grote hoeveelheid splijtstof achter. De controle daarop is volgens sommigen zo lek als een mandje. Volgens De Ruiter van de Universiteit Utrecht is het een ‘reëel gegeven’ dat er plutonium en verrijkt uranium verdwenen zijn.
Plofkoffers slecht beveiligd?
En dan zijn er nog de Russische kernwapens zelf. ‘De echte kernwapens, die op intercontinentale raketten staan, zijn zwaar beveiligd’, zegt splijtstofadviseur Harry. Maar bij de lichtere atoomwapens – de ‘slagveldwapens’ – is die beveiliging volgens hem een stuk minder goed.
Een begrip dat in dit verband steeds weer opduikt, is de nucleaire kofferbom. De Russische generaal Alexander Lebed beweerde in 1997 dat de Russische regering 84 van zulke koffertjes (zo’n 60 x 40 x 20 centimeter) was kwijtgeraakt. Deze miniatuurkernbommen met een kracht ongeveer één kiloton TNT (een tiende van de atoombom op het Japanse Hirosjima) zouden in de jaren zeventig ontwikkeld zijn voor de Spetnaz, Russische elitetroepen, die ze in geval van oorlog moesten plaatsen bij strategische doelen, zoals bruggen en vliegvelden.
Of de veelbesproken koffertjes echt bestaan, is overigens niet helemaal zeker. Niemand heeft ze ooit gezien, en de inmiddels overleden generaal Lebed heeft wel meer onzin verkocht. Toch heeft ook de huidige Russische minister van Defensie Sergei Ivanov over het bestaan ervan gerept. En de Russische president Poetin zei in een tv-interview met Barbara Walters van ABC niet te geloven dat er koffertjes ontbreken. Ergo: ze bestaan wel degelijk.
Zulke kleine atoombommen zijn technisch zeer wel mogelijk, zeggen veel deskundigen. ‘Een land dat net begonnen is met het maken van kernwapens kan zulke kofferbommen niet maken’, zegt Harry. ‘Maar de Russische technologie was zo geavanceerd dat het zeker niet uit te sluiten valt.’ Volgens zijn collega De Ruiter zouden de kofferbommen één kilo plutonium bevatten. Met alle benodigde apparatuur eromheen zouden de koffers niet meer dan vijftien kilo hoeven te wegen. Genoeg om een flink deel van de Amsterdamse grachtengordel van de kaart te vegen.
Drie weken geleden beweerde Al Hayat , een Arabischtalige krant in Londen, dat Bin Laden in 1998 twintig van die miniatuuratoombommen in de Oekraïne gekocht had van een atoomgeleerde voor een bedrag van dertig miljoen dollar plus tweeduizend kilo Afghaanse heroïne. Vermoedelijk zijn deze berichten gebakken lucht. ‘Het beste bewijs dat Al Qaeda niet over kernwapens beschikt, lijkt me dat ze ze niet gebruikt hebben’, zegt onderzoeksdirecteur Peter van Ham van instituut Clingendael.
Kleine bom onopgemerkt het land in
Eén ding is zeker: beschikt een terrorist eenmaal over een handzame atoombom, dan is het een koud kunstje deze in het centrum van een grote stad te laten ontploffen. Een kleine atoombom is namelijk niet of nauwelijks op te sporen. Hoogverrijkt uranium mag dan een gigantische kernexplosie kunnen veroorzaken, zelf is het nauwelijks radioactief.
Plutonium in vaste vormgeeft iets meer straling af, maar met een goed (loden) omhulsel eromheen is ook dat lastig met een geigerteller op te sporen. Goede kans dus dat een atoombom in een container onopgemerkt de haven van Rotterdam binnenkomt. En met een kofferbom in de achterbak van de auto rijd je waarschijnlijk zonder problemen van Istanboel naar Parijs of Londen. De enige hoop voor opsporing van kernbommen is gloednieuwe Amerikaanse röntgenapparatuur. De neutronen die deze instrumenten afschieten, boren dwars door containerwanden en eventuele loden mantels van bommen heen. Botsen de neutronen op het verrijkt uranium of plutonium, dan laten ze een heel klein deel daarvan tot radioactieve splijting overgaan. Te weinig voor een explosie, maar genoeg om de bom vervolgens te kunnen detecteren.
Maar ook op deze zeer gevoelige opsporingsapparatuur zullen terroristen ongetwijfeld een antwoord vinden. Bijvoorbeeld door de atoombom te voorzien van een mantel van plastic (met een hoog waterstofgehalte) of paraffinewas, schrijft de Britse kerngeleerde Frank Barnaby in zijn onlangs verschenen handboek How to build a nuclear bomb. Zo’n mantel absorbeert eenvoudig de neutronen van de het röntgenapparaat. Kortom, koste wat kost moet voorkomen worden dat een kernwapen daadwerkelijk in handen valt van een terroristische organisatie. Want de ontploffing van een kleine nucleaire bom in het centrum van een westerse metropool zal vele duizenden tot tienduizenden slachtoffers eisen; tientallen miljarden kosten aan schoonmaak (radioactief materiaal) en wederopbouw en decennialang leiden tot verhoogde aantallen ******patiënten en misvormde baby’s. Vergeleken daarmee zal 11 september kinderspel lijken.
Klik om te vergroten...