Lucratieve verslaving
Door KRIS SPIERINGS
DEN HAAG - Het is een kwalificatie die Andries Smit, de kersverse wereldkampioen virtueel voetballen, absoluut niet misstaat.
Andries Smit op zijn kamer. FOTO JACQUELINE DE HAAS
1/2
VOLGENDE
Tijdens het interview in zijn ouderlijk huis in het Haagse Laakkwartier roffelen zijn vingers bijna onafgebroken op de controller van zijn spelcomputer. Hoog op zijn verlanglijst: een nieuwe televisie, nog groter en nog breder.
Die televisie zal er wel komen, een exemplaar op bioscoopformaat is niet eens ondenkbaar. Een opzichtige nepcheque van bijna een meter lang vermeldt nog eens het prijzengeld dat de 17-jarige spelcomputerfreak opstreek als virtuele wereldkampioen: twintigduizend dollar. ,,Op mijn bankrekening staat het nog niet, maar ze hebben beloofd dat het onderweg is. Gisteren belde ook een man van een spelcomputerfirma. Als ik een nieuwe game wil hebben, hoef ik hem voortaan alleen maar te bellen. Dat is mooi meegenomen.’’
Een niet te verwaarlozen extra prijs die Smit ten deel viel was de trip naar het wereldvoetbalgala in Zürich. Niet alleen nam hij er zijn eigen wereldbeker in ontvangst, hij vertoefde er in de nabijheid van de allerbeste, niet-virtuele voetballers. Onder hen Ronaldinho, die de Hagenaar, zonder dat hij daar zelf enige fysieke inspanning voor hoefde te leveren, aan de hoofdprijs hielp.
,,Iedereen wil Ronaldinho in zijn team, Barcelona en Brazilië worden met afstand het meest gekozen. Hij is snel en een geoefende gamer kan hem veel met de bal laten doen. De computergestuurde Ronaldinho lijkt op de echte Ronaldinho, zo is hij natuurlijk ook ontworpen. Een paar jaar geleden was Thierry Henry echt de speler die ik moest hebben. Gamers nemen zoiets snel van elkaar over: zien ze wat een speler kan, dan willen ze hem erbij hebben.’’
Toch is alleen het juiste elftal kiezen volgens de tiener niet afdoende om virtueel de beste van de wereld te worden.
Terwijl hij op het televisiescherm in de weer is met Manchester United-ster Cristiano Ronaldo, die hij voortdurend naar het doel stuurt en laat scoren, wil hij die bewering toch even uitleggen.
,, Trainen hoort erbij. In het echt en ook in een spelcomputergame.
Ik zat in de laatste weken voor het wereldkampioenschap negentien uur per dag achter de Xbox, het enige wat ik ernaast deed was slapen en af en toe eten. Sinds oktober heb ik alleen maar het FIFA-voetbalspel gespeeld. Ik vond dat nodig om het gevoel met de spelers te krijgen. Alleen iemand die weet wat iedere speler in zijn team kan en hoe hij reageert, kan op een toernooi scoren.’’
Op het toernooi om de Xbox Cup in april kreeg Smit voor het eerst het idee dat hij misschien toch wel boven zijn tegenstanders uitstak. ,,Ik won toen van de wereldkampioen, dat zegt wel wat. In november eindigde ik als derde op het Nederlands kampioenschap, de sterkste vier mochten meedoen aan het wereldkampioenschap. Dus ik heb nog best wat geluk gehad dat ik erbij zat.’’
Het toernooi om de FIFA Interactive World Cup 2006 begon voor de spelcomputerfreak heel wat minder rooskleurig dan het eindigde. Zijn eerste tegenstander kwam niet opdagen, toch presteerde hij het bijna om er in de groepsfase uit te vliegen. ,,Niet doorgaan vond ik een afgang. Ik wilde mezelf gewoon niet voor schut zetten. Een tactiek had ik niet, gewoon spelen en ik zag wel waar ik uitkwam. Volgens mij heb ik in alle wedstrijden terug moeten komen van een achterstand. En toen stond ik in de finale.’’
Hoewel, stond... Smit en zijn Oostenrijkse opponent zaten op een podium, omringd door uitgeschakelde deelnemers en een paar honderd andere toeschouwers.
,,En die schreeuwden allemaal als een gek,’’ zegt Smit. ,,Dat was wel gaaf om mee te maken, al had ik maar zes of zeven mensen meegenomen. Niet zo handig waren de lampen rond het podium, ik kon bijna niets zien. Mijn tegenstander gelukkig ook niet. Natuurlijk kwam ik weer eerst op een achterstand te staan, die zaal werd helemaal gek. Maar met zes minuten per helft kan je vaak scoren.’’
Klik om te vergroten...