De wissel van Canadees Jonathan de Guzman voor Diego Biseswar in de 83ste minuut maakte voor Giovanni van Bronckhorst de cirkel rond. Op 11 februari 1996 was de Rotterdammer er ook bij toen Feyenoord uit tegen RKC voor het laatste met elf Nederlanders aan een wedstrijd begon.
Als de deze zomer teruggekeerde Van Bronckhorst de afgelopen jaren niet meer naar zijn club had omgekeken, zou hij kunnen hebben gedacht dat er bij Feyenoord maar weinig is veranderd. De aanvoerder weet echter dat niets minder waar is. Aan de cultuuromslag in Rotterdam-Zuid ging een ware revolutie vooraf.
De selectie van Van Marwijk telt met de Egyptenaar Ekramy, de Braziliaan Bahia, de Duitse Turk Sahin en de Canadezen Lensky en De Guzman - van wie laatstgenoemde overigens perfect Nederlands spreekt - nog slechts vijf buitenlanders. Afgelopen seizoen waren dat er nog vijftien. Het jaar daarvoor zelfs twintig. Trainer Erwin Koeman was wat dat betreft niet te benijden. Niet alleen ontbeerden de meeste aankopen uit den vreemde de gewenste kwaliteit, Babylonische spraakverwarringen waren bij Feyenoord aan de orde van de dag.
Wereldburger Ruud Gullit spande als trainer in de Kuip de kroon. Onder zijn bewind (2004-2005) telde de selectie van de Stadionclub maar liefst 22 buitenlanders. Gullit liet Feyenoord in dat seizoen tot drie keer toe met slechts twee Nederlanders starten, een clubrecord.
John de Wolf is blij dat die tijd is geweest. ,,We hebben de afgelopen jaren gezien wat er gebeurt als spelers niet het niveau hebben en elkaar dan ook nog niet kunnen verstaan,’’ zegt het voormalig boegbeeld van de club. ,,Ik wil niet de ex-voetballer uithangen die het allemaal beter weet, maar ik heb wel eens gedacht ‘wat hebben ze nou weer gehaald?’ Veel spelers kwamen hier vanwege een mooi contract, maar hadden verder geen binding met de club. Het was soms lachwekkend om te zien wat voor goals Feyenoord tegen kreeg.’’
Dat was in zijn tijd wel anders. De Wolf maakte bij Feyenoord begin jaren negentig deel uit van een ploeg die vrijwel louter bestond uit Nederlanders. Jongens die elkaar begrepen en voor elkaar door het vuur gingen. ,,Zeker als je centraal achterin staat, is communicatie zo belangrijk,’’ zegt De Wolf, die een moeilijk te kloppen laatste lijn vormde met spelers als Fräser, Van Gobbel en Heus. ,,We hadden een herkenbaar elftal dat ook een goede band had met het publiek. Als volksjongens spraken we in alles dezelfde taal.’’
Op het middenveld van de overwegende Nederlandse ploeg waarmee Feyenoord in 1993 kampioen werd, speelde Peter Bosz, de huidige technisch manager van de Rotterdammers. De Wolf vindt dat zijn oud-ploeggenoot samen met Wim Jansen de credits voor de geslaagde renovatie van de Stadionclub verdient. ,,Er moest flink worden gesaneerd, maar het beleid van Jansen en Bosz werpt zijn vruchten af. Het is geen toeval dat het nu wel loopt met al die Hollandse jongens. En een buitenlander als Sahin heeft zo veel kwaliteit dat hij daar wel in mee gaat. Er staat een goede mix. Het enthousiasme straalt er vanaf.’’
Klik om te vergroten...