Binnen de ethiek valt JS Mill's denkwijze binnen het utilitarisme. De (of in ieder geval één van de) oervader(en) is Jeremy Bentham. Deze beste man heeft ons molenvriendje flink beïnvloed.
Het principe dat hierboven wordt beschreven valt binnen de groep van theorieën die stellen dat er gestreefd moet worden naar zo min mogelijk slechte dingen (Least Harm Principle). Een andere manier om op utilistische wijze naar de wereld te kijken is het Greatest Happiness principle. Mill legt dit principe uit in "what utilitarianism is" (inclusief utilistische calculus).
Het probleem met utilisme is nu precies die calculus. Hoe kan je nu alle mogelijke handelingen gaan doorrekenen op mogelijke positieve en negatieve resultaten? Dit probleem wordt erg groot als je het veel breder bekijkt. Hoewel het kleiner wordt als je met minder factoren rekening gaat houden, begin je op een gegeven punt wel met oogkleppen naar de wereld te kijken. Zeker met de wereldwijde aandacht voor global warming kan je niet om dit punt heen. Je moet kijken naar uitlaatgassen ed. Dat wordt van je verwacht. Uiteindelijk zie je gewoon zoveel factoren waar je allemaal rekening mee moet houden en wordt het onmogelijk om een beslissing af te wegen aan de hand van een berekenende afweging.
Ethiek is sowieso een rare discipline. Straks krijg je oa. nog Kant's categorisch imperatief, dat voor sommigen erg lastig te doorgronden is. Rawls' veil of ignorance is wel goed te doen, probeer daar ook eens wat over te lezen.
Laatst bewerkt: 4 jun 2008