» Kanaal Nieuws » Buitenland
Nieuw boek sterreporter Woodward terroriseert regering-Bush
Na met 'Bush at War' en 'Plan of Attack' twee boeken te hebben geschreven die min of meer de lof zongen van de regering-Bush, is sterreporter Bob Woodward -de man die samen met collega Bernstein 'Watergate' uitspitte- met zijn nieuwste, 'State of Denial', blijkbaar ten aanval getrokken tegen de huidige bewoners van het Witte Huis. De aanval, vijf weken voor cruciale parlementsverkiezingen, is des te pijnlijker omdat Bush en co geraakt worden op wat hun sterkste punt heet te zijn: het beschermen van de vrije wereld tegen de terreur van "islamofascisten".
Nervositeit
'State of Denial' (zowel te vertalen als "staat" of "toestand" van ontkenning) ligt pas maandag in de boekwinkel, maar de Republikeinse beleidsmakers hebben de voorbije dagen driftig recensie-exemplaren opgevraagd om zich (voor)tijdig in te dekken tegen aantijgingen of onthullingen in het boek. Zaterdag liet Bush reeds een tekst publiceren waarin de "mythes" van Woodward worden "ontmaskerd". De nervositeit in het Witte Huis is zichtbaar, en begrijpelijk: de geloofwaardigheid van Bush krijgt zo dicht bij cruciale verkiezingen een nieuwe deuk.
Bij andere schrijvers lukte het nog, maar de geloofwaardigheid van Woodward onderuit halen, is zelfs voor Karl Rove een zware dobber. Woodward is een winnaar van de prestigieuze Pulitzerprijs, geldt sinds 'All the president's men' als het summum van onderzoeksjournalistiek, en valt steeds terug op betrouwbare, hooggeplaatste bronnen.
Irak en terreur
De centrale these van 'State of Denial' luidt: ondanks de grote scepsis van het militaire apparaat en de geheime diensten blijft Bush een rooskleurig beeld schetsen van de "successen" in Irak en de zogenaamde GWOT (Oorlog tegen de Terreur). Het "doublespeak"-verschil tussen wat Witte Huis en Pentagon over de toestand in Irak weten, en wat zij er publiekelijk over zeggen, is "enorm". Volgens Woodward vinden momenteel wekelijks zo'n 800 aanslagen tegen de VS-soldaten plaats in Irak.
Gesteund door talrijke bronnen uit het VS-machtscentrum zelf, diept Woodward de twijfel van de Amerikanen aan Bush nog uit, en beschuldigt hij de president ervan de VS te misleiden.
Rumsfeld
Vooral Defensieminister Donald Rumsfeld is voor Woodward kop van Jut. Zelfs de militaire bevelhebber van de invasie in Irak, generaal John Abizaid, stelde reeds in de herfst van vorig jaar, dat Rumsfeld "geen enkele geloofwaardigheid" meer heeft voor een overwinningsstrategie in Irak. Ex-stafchef van het Witte Huis Andrew Card had, samen met first lady Laura Bush, meer dan eens geprobeerd om Bush ervan te overtuigen, Rumsfeld de bons te geven. (Card heeft inmiddels besloten dit te ontkennen).
Woodward schrijft voorts dat niemand minder dan Henry Kissinger opnieuw of nog steeds een sleutelrol vervult in het 'stay the course'-Irakbeleid van Bush. "De enige mogelijke exitstrategie is een overwinning op de opstandelingen", zo wordt Kissinger geciteerd. De voormalige consigliere van Richard Nixon wil geen nieuw moment van zwakte, zoals de VS dat naar zijn mening getoond heeft in Vietnam.
Irak
Volgens Woodward hangt het Irakbeleid van de VS-regering al sinds dag één met haken en ogen aaneen, voor zover van enige cohesie en kennis van zake sprake is. Zo wisten de legerbevelhebbers drommels goed dat voor een succesrijke bezetting van Irak minstens 450.000 soldaten nodig waren, maar Rumsfeld -die heilig gelooft in minder mankrachten, meer technologie- besliste amper éénderde daarvan te sturen. Eveneens rampzalig bleken de beslissingen om alle leden van de Iraakse Baathpartij (de partij van Saddam) uit de regeringsechelons te verwijderen, het leger te ontbinden en géén overgangsregering te installeren, zo stelde ex-generaal Jay Garner vast.
Terwijl Bush destijds orakelde over "historische zeges" en "beslissende momenten in de geschiedenis", waarschuwden de geheime diensten voor een verdere toename van het geweld, schrijft Woodward.
Regering
Ook binnen de VS-regering heerste grote scepsis over het Irakavontuur. De nauwste medewerker van minister van Buitenlandse Zaken Condi Rice, Philip Zelikow, zou reeds begin 2005 in een memo Irak als "failed state" bestempeld hebben en later herhaaldelijk voor een rampzalige mislukking in Irak hebben gewaarschuwd. Woodward schrijft over herhaalde botsingen tussen Rice en Rumsfeld, en beschuldigt Rice ervan, twee maanden voor de aanslagen van 11 september ernstige waarschuwingen van de geheime diensten over een op stapel staande terreurdaad veronachtzaamd te hebben. Rice was destijds nationaal veiligheidsadviseur.
Het grote probleem met Bush is, stelt Woodward, niet dat hij liegt. Hij gelooft namelijk echt dat hij zowel in eigen land als in Irak "op het goede spoor" zit. (dpa/afp/bbc)
Klik om te vergroten...