Ja ik zag hem ook pas gisteren staan, maar goed .
Hij heeft wel gelijk sommige dingen hoef je niet te leren. Die gaan meer over M&O. Bijvoorbeeld het solvabiliteitsratio.
Deze formules ga ik in me rekenmachine zetten:
Bruto TW = omzet minus alle ingekochte “spullen” (d.w.z. ingekochte
grondstoffen, diensten van derden, ingekochte halffabrikaten, ingekochte goederen.)
participatiegraad = beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
werkloosheidspercentage = werklozen / beroepsbevolking * 100%
BEZITTINGEN - SCHULD = EIGEN VERMOGEN.
Dus: toegevoegde waarde = omzet – inkopen
En: toegevoegde waarde = kosten productiefactoren (lonen,
renten, pachten) + winst
Liquiditeit = (vlottende activa + liquide middelen) /
kortlopende schulden
(deze moet groter zijn dan 1,5 of 2)
Solvabiliteit = eigen vermogen / totaal vermogen * 100%
(deze moet groter zijn dan 50%)
1. Kosten:
TK = TVK + TCK waarbij:
TK = totale kosten, TVK = totale variabele kosten,
TCK = totale constante kosten.
Verder geldt dat: TVK = GVK * q
waarbij GVK = variabele kosten per product of
gemiddelde variabele kosten
2. Omzet:
TO = P * Q waarbij: P = verkoopprijs en Q = afzet
3. Winst:
TW = TO - TK waarbij TW = totale winst
Nu geldt in het break-even-punt: TW = 0
Of: TO - TK = 0
Dus: TO = TK
BEO = BEA * PRIJS
GVK = TVK / q
GCK = TCK / q
GTK = TK / q = (TVK + TCK) / q = TVK /q + TCK / q = GVK + GCK
Dus: marginale druk (tarief) = extra belastingen / extra inkomen * 100 %
En: gemiddelde druk (tarief) = te betalen belastingen / gehele inkomen * 100 %
Financieringssaldo = Begrotingssaldo + Aflossing op de
Staatsschuld
algemener: Staatsschuld eind = staatsschuld begin - financieringssaldo over
het jaar
Formule: exportquote = waarde export / nationaal inkomen * 100 %
Formule: importquote = waarde import / nationaal inkomen * 100 %
Formule: dekkingspercentage = waarde export /waarde import * 100%
Formule: ruilvoet = exportprijspeil / importprijspeil * 100
Index hoeveelheid = index van de waarde / index van de prijs * 100
Prijs elasticiteit = de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid / de procentuele verandering van de prijs
formules: 1. C.P.I. (Consumentenprijsindex)= de som van (weg.fact. * part.
prijsindexcijfer) / de som de weg.fact. (voor inflatiemeting)
2. Reële index = nominale index / prijsindex * 100
(voor koopkrachtmeting)
Formules:
1. De arbeidsinkomensquote (A.I.Q.)
A.I.Q. = loonsom werknemers + toegerekend loon zelfstandigen / netto toegevoegde
waarde van bedrijven
2. De Loonquote (LQ)
L.Q. = alle lonen in een land (incl. ambt.,excl. zelfst.) / Nationaal Product (= alle
toegevoegde waarden, inclusief overheid)
I / A - ratio = inactieven / actieven