Wie vist er van jullie en waar vis je dan op ? Wat voor hengel gebruik je en welke toebehoren heb je er bij ?
[gb]WITVIS[/gb]
Deze karperachtigen lijken veel op elkaar en kruisen ook vaak onderling.
In de Benelux zijn dit als belangrijkste: brasem, kolblei, blankvoorn, rietvoorn, winde, roofblei, kopvoorn, serpeling, sneep, alver, vetje en bittervoorn, hoewel de laatste twee nauwelijks aan de hengel worden gevangen.
Ze worden informeel ook onderscheiden in voorns en brasem, waarbij kolblei en kleine brasem vaak bliek worden genoemd.
Over het algemeen maken witvissen het grootste gedeelte van de biomassa aan vis uit in de wateren van Vlaanderen en Nederland.
Ze komen bijna alle voor in scholen en soms in kleine groepjes van oudere exemplaren.
Ze zijn een belangrijke stap in de voedselketen met als predatoren baars, snoekbaars, paling, meerval en snoek.
De meeste witvissen eten ongewervelden en (met name rietvoorn) ook wel wat plantaardig voedsel.
Oudere witvissen eten vaak ook kleine visjes. De oudere roofblei is de enige soort die gespecialiseerd is in vis als prooi.
De sneep is gespecialiseerd in het eten van algen die hij met de dikke verhoornde lippen van de keien kan schrapen.
[gb]HENGLES[/GB]
Een hengel is een instrument dat gebruikt wordt om vissen te vangen. Een hengel bestaat in de basis uit een stok waarbij aan een van de uiteinden een lijn is bevestigd.
Hengels zijn er in veel uitvoeringen. Hengels kunnen onderverdeeld worden in vaste hengels en werphengels.
Moderne hengels zijn van composietmaterialen zoals glasvezel of grafiet gemaakt, maar vroeger gebruikte men eenvoudige rieten en bamboe hengels.
Aan de lijn van de hengel is meestal een haak (met of zonder weerhaak) bevestigd waaraan de visser vooraf wat aas bevestigt.
Als een vis het aas in de bek neemt kan de visser de hengel bewegen ('aanslaan') waardoor de vis vast komt te zitten aan de haak.
De visser concludeert dat een vis het aas in de bek heeft genomen doordat een drijvertje aan de lijn (dobber) gaat bewegen of doordat de top van de hengel bewegingen maakt.
Als de dobber ondergaat, slaat de visser aan en kan dan in het geval van een werphengel met behulp van de werpmolen de vis drillen om hem zo tot in het landingsnet te krijgen.
Een hengel is een instrument dat gebruikt wordt om vissen te vangen. Een hengel bestaat in de basis uit een stok waarbij aan een van de uiteinden een lijn is bevestigd.
Hengels zijn er in veel uitvoeringen. Hengels kunnen onderverdeeld worden in vaste hengels en werphengels. Moderne hengels zijn van composietmaterialen zoals glasvezel of grafiet gemaakt, maar vroeger gebruikte men eenvoudige rieten en bamboe hengels.
Aan de lijn van de hengel is meestal een haak (met of zonder weerhaak) bevestigd waaraan de visser vooraf wat aas bevestigt. Als een vis het aas in de bek neemt kan de visser de hengel bewegen ('aanslaan') waardoor de vis vast komt te zitten aan de haak.
De visser concludeert dat een vis het aas in de bek heeft genomen doordat een drijvertje aan de lijn (dobber) gaat bewegen of doordat de top van de hengel bewegingen maakt. Als de dobber ondergaat, slaat de visser aan en kan dan in het geval van een werphengel met behulp van de werpmolen de vis drillen om hem zo tot in het landingsnet te krijgen.
- Vaste hengle
Bij een vaste hengel ('vaste stok') is geen werpmolen aanwezig; de lijn zit, op een vaste lengte gemaakt, vast aan de tip van de hengel en kan dus niet of nauwelijks langer zijn dan de hengel zelf,
omdat de visser anders niet kan uitwerpen - hij moet de hengel zo hoog kunnen oprillen dat het tuigje los komt van de grond.
Een dergelijk tuigje of 'sim' omvat meestal, vanaf de hengel gezien, een lijn van een bepaalde dikte, bijvoorbeeld 0,14 mm, een dobber, een aantal loodjes om de dobber op de goede hoogte in het water te laten drijven,
en een (of meer) haak met aas eraan. Een dikkere lijn breekt minder snel en raakt minder gauw in de war dan een dunne, maar wordt door de vissen eerder opgemerkt en verlaagt dus de kans op een beet.
Er kan op verschillende diepten worden gevist door de dobber op de lijn te verschuiven. De grootte van de haak moet in overeenstemming zijn met de dikte van de lijn.
- WerpHengel
Werphengels zijn er in verschillende maten, van zeehengels van 4 meter lang tot spinhengeltjes van krap anderhalve meter.
De lijn van een werphengel is tientallen meters lang en zit op een werpmolen gerold. Een werpmolen heeft een beugel die in twee standen kan staan, waardoor de lijn of netjes wordt afgerold via een slipinrichting,
of opgerold met een slinger, of bij het werpen ongehinderd zijdelings van de spoel kan worden getrokken, zonder enige weerstand met grote snelheid.
Hierdoor wordt ver uitwerpen (tientallen meters) mogelijk, en kan bij diepe wateren ook op grotere diepte als de hengellengte gevist worden.
Het grote voordeel van een werphengel tegenover een vaste hengel is dat, mits alles mooi op elkaar staat ingesteld, er in feite met een onbreekbare lijn gevist word.
Hiervoor dient de werphengel een progressieve buiging (geleidelijk oplopend in kracht) te bezitten, tot aan de werpmolen. Op het moment dat de volledige kracht van de lijn benut wordt,
staat de hengel volledig krom en wordt de kracht die op de lijn gezet wordt opgevangen door de slipinrichting van de werpmolen.
Deze slip geeft de lijn dan af terwijl toch een maximale weerstand op de vis uitgeoefend word. Hierdoor kan men met aanzienlijk fijnere lijnen vissen dan met een vaste hengel het geval is.
Dit principe kan niet optimaal benut worden bij hengels waar enkel het topdeel buigt, zoals bij matchhengels het geval is.
Om een gehaakte vis tot in het landingsnet te krijgen, wordt deze met de werphengel en werpmolen gedrilt:
er ontstaat een gevecht tussen vis en hengelaar waarbij de vis vermoeid wordt via een constante druk van de hengel en indien nodig de slip, zodat hij veilig en wel tot in landingsnet gebracht kan worden.
Doordat het drillen de vis vermoeit, kan deze rustig en veilig ontdaan worden van de haak, zonder het risico dat deze zichzelf verwondt door aan land een paniekreactie te vertonen.
Dit is vooral bij grotere vissen van belang. Deze manier van vissen is vooral van toepassing bij de recreatieve sportvisserij, waar een maximaal plezier uit de vis wordt gehaald uit elke gevangen vis.
Tevens laat deze methode toe de lijndikte tot een minimum te beperken zodat de vangkans aanzienlijk wordt vergroot, maar zonder een verhoogd risico op lijnbreuk, waar een vis met de haak in de bek blijft rondzwemmen.
Een werphengel is normaal gezien ontworpen om met een bepaalde lijndikte te gebruiken, waarbij de treksterkte van de lijn de doorslag geeft. Een dunnere lijn dan waarvoor de hengel ontworpen is zorgt voor risico op lijnbreuk tijdens het vissen omdat de overbrenging naar de molenslip nooit optimaal ingesteld kan worden, een dikkere lijn bemoeilijkt het werpen en vermindert de vangkans en zorgt bovendien voor risico op hengelbreuk. Om lijnbreuk te voorkomen dient de molenslip optimaal ingesteld te worden zodat een maximale kracht uitgeoefend wordt, met nog net genoeg reserve om de lijn/hengel-combinatie niet te overbelasten. Op die manier kunnen ook vissen die zwaarder zijn als verwacht vaak succesvol geland worden, op voorwaarde dat er genoeg ruimte is om de vis niet te verspelen aan obstakels, zoals boomwortels of pijlers in het water. Het is belangrijk de juiste werphengel voor de juiste omstandigheden te gebruiken. Een lichtere hengel is altijd plezieriger tijdens de dril, geeft meer vangkans en werpt verder (vanwege de geringere luchtweerstand bij het gebruik van een dunnere lijn), maar het is belangrijk dat de te verwachten vis uit de obstakels gehouden kan worden.
- Kunstaashengels
De kunstaas-werphengel is een hengel specifiek voor het vissen met kunstaas, zoals spinners, lepels en pluggen.
Specifiek aan deze hengels is dat ze tevens dienen als beetverklikker: indien een vis toegrijpt op het kunstaas, dient de hengel dit op gevoel, als een zenuw, door te geven aan de visser.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen kunstaashengels voor lichte spinner en deze ontworpen voor gebruik met een plug of lepel.
Een kunstaashengel is ontworpen om een kunstaas mee uit te werpen, en het dan op gevoel terug binnen te vissen.
- Spinhengel
Een spinner is een klein tot zeer klein roterend metalen blad met meestal een enkelvoudige haak. Soms wordt een spinner vervolledigd met een kunstvlieg.
Het spinnen gebeurt met lichte tot ultra-lichte spinhengels, met een werpgewicht dat varieert van 2 tot 16 gram. De ultra-lichte modellen (werpgewicht tot 5 gram) worden vooral gebruikt om gericht op baars te vissen,
maar aangezien grote vis ook klein aas neemt, wordt er tevens snoek en snoekbaars mee gevangen. Vanwege de lichte constructie van zulke spinhengel, is het haken van een vis een sensationele sport waarbij het principe van de werphengel ten volle wordt benut.
Naast spinners kunnen ook kleine lepels, lichte plugs, jigs, shads of ander licht kunstaas bevist worden met deze hengels, zolang ze maar het opgegeven werpgewicht niet overschrijden en/of niet te veel weerstand geven bij het werpen (luchtweerstand) of binnenvissen. Spinners zijn bijvoorbeeld altijd aanzienlijk lichter dan het maximale werpgewicht vanwege de weerstand die ze geven bij het werpen en binnenvissen.
Met zeer kleine spinnertjes kan men tevens witvis vangen zoals ruisvoorn of winde. Hiervoor worden hengels van ongeveer 2 gram werpvermogen gebruikt.
en zo zijn er nog wel meer soorten hengels te noemen.
Mischien leuk voor de vissers onder ons om je gevangen vis hier te posten door middel van een foto.
[gb] Links [/gb]
http://www.sportvisserijnederland.nl
http://www.abc-sportvissen.be
http://www.visma.nl/ ( beurs )
http://www.carpzwolle.nl/ ( beurs )
http://www.glaudemansfishing.nl/
http://www.rtl.nl/sport/vistv/
Tips zijn altijd welkom
Laatst bewerkt: 23 jan 2013