Uitleg van systemen die U kunt verwachten:
1. Pijlen kortste route
In het routeboek zijn kaartfragmenten opgenomen, waarop een aantal genummerde pijlen en/of punten is aangebracht. De pijlen en punten dienen in nummervolgorde via op de kaart staande wegen in de route te worden opgenomen. Van de start naar een pijl, van pijl naar pijl en van een pijl naar het einde van het traject dient steeds de kortste route te worden geconstrueerd en gereden. De pijlen dienen in hun geheel, en in de aangegeven richting, in de route te worden opgenomen en gereden. Een pijl wordt aangegeven door een lijnstuk met een pijlteken, dat altijd aan het eind van het lijnstuk staat. Een pijl kan ook vertakkingen hebben. In dat geval dient het lijnstuk dat de punt van de pijl bevat altijd als laatste te worden bereden. Hierbij vervalt de regel, dat de pijl in één maal van de voet naar de pijl moet worden bereden. Hierbij is kruisen en/of zijwaarts op- en afrijden wel toegestaan. Wel dient de omrijroute zo kort mogelijk te zijn, en mogen de verschillende delen van het lijnstuk slechts in 1 richting worden bereden. Bovendien dient U in zo´n geval vanaf de vorige pijl of het vorige punt altijd de kortste route naar het dichtstbij gelegen lijnstuk te construeren. Pijlen of delen van een pijl mogen ook bereden worden als ze nog niet/niet meer aan de beurt zijn.
2. Punten één na kortste route:
Op het kaartfragment is een aantal genummerde punten opgenomen. Een punt is herkenbaar aan een cirkel met daarin een punt. Het te berijden punt is het punt in de cirkel. Van de start naar een punt, en tussen de punten onderling, dient de één na kortste route te worden geconstrueerd en gereden. Punten mogen ook bereden worden als ze nog niet/niet meer aan de beurt zijn.
3. Ingetekende lijn met barricade(s):
Identiek aan ingetekende lijn met dien verstande, dat op de ingetekende lijn één of meerdere barricade(s) zijn aangebracht in de vorm van dwarse streepjes. Barricades blokkeren de weg. U dient een omrijroute te construeren (en te rijden), waarbij U ZO MIN MOGELIJK van de oorspronkelijke route mist. U verlaat hiertoe zo dicht mogelijk VOOR de barricade de route, en pakt de route zo dicht mogelijk NA de barricade weer op.
4. Langste route in, kortste route naar (het vak):
Een nieuw bedacht systeem waarbij het, zeker een eerste keer, goed opletten is geblazen. Op het kaartfragment dat U krijgt uitgereikt is een aantal genummerde vakken getekend. U begint met in elk vak een zo lang mogelijke route te construeren, zonder dat daarbij de rijrichting vast komt te staan. Hiermee creëert U dus voor straks een weg ‘het vak in’ en een weg ‘het vak uit’, zonder dat op dat moment al vast staat via welke weg U het vak inrijdt, en via welke weg er weer uit. Nadat U dit gedaan hebt, construeert U vanaf de start naar vak nummer 1, tussen de vakken onderling, en van het laatste vak naar de finish een zo kort mogelijke route. Op dat moment bepaalt U dus waar U het vak inrijdt (en automatisch waar U het vak weer verlaat), aangezien de verbindingsroute zo kort mogelijk dient te zijn. Hierbij is dus de rijrichting binnen het vak automatisch vastgelegd. Bij het construeren van de kortste route is een aantal zaken van belang: De lijnen om het vak blokkeren de wegen niet. De wegen die de langste route bepalen, mogen niet worden bereden alvorens ze aan de beurt zijn. Nadien mogen deze wel worden gebruikt, maar uitsluitend in dezelfde richting. De wegen binnen het vak die geen deel uitmaken van de langste route, mogen wel (meermaals) worden gebruikt in de verbindingsroute, ook als betreffend vak nog niet aan de beurt is, maar steeds uitsluitend in één richting.
Pacenotes:
Pacenotes worden in de (snelheids) rallysport gebruikt om het af te leggen parcours vooraf zo nauwkeurig mogelijk in codes op papier te zetten. Dit gebeurt tijdens de zogenaamde verkenning, waarbij een bol-pijl routeboek als leidraad wordt gebruikt. Goede pacenotes zijn dan ook onontbeerlijk voor een snelle tijd op de klassementsproef. Er worden over de wereld diverse systemen gebruikt om e.e.a. vast te leggen. Het systeem dat men in Nederland veel gebruikt is zogenaamde AMAC systeem. Dit systeem gebruiken we dan ook tijdens de Volante Rally. Essentie van het pacenotesysteem is dat de afstanden altijd worden gemeten van het einde van de bocht/situatie tot aan het begin van de volgende bocht/situatie. Verder worden alle bochten aan de hand van hun radius opgeschreven volgens een vaste code. Nu is de ene bocht langer dan de andere en dus worden aan de code van een bocht, indien nodig, nog verdere beschrijvingen toegevoegd. In ons geval heb ik de meeste toevoegingen weggelaten, omdat we het niet te moeilijk willen maken voor een eerste keer, en ook omdat ze in dit traject nauwelijks voorkomen. Enkele essentiële vindt U verderop. Niet alleen de bochten worden aangegeven, ook herkenningspunten zoals lantaarnpalen, (verkeers)borden, bomen etc. worden gebruikt om de situatie sneller en beter te kunnen herkennen.
Deze herkenningspunten (vindt U op de regel direct onder de afstanden en bochten) dienen gelijk met de afstand en bocht aan de chauffeur te worden voorgelezen.
100 ORoHR → ML + HR LP / B SMAL ! deeln. v ↓
Dit wordt gelezen als:
100 Open Rond Haaks Rechts bij lantaarnpaal en bord; PAS OP! deelnemers van voren into Midden Links + Haaks Rechts Smal
indien er tussen 2 bochten een langere afstand zit, dan wordt de afstand na de bocht er normaliter direct achteraan gezegd. Vervolgens wordt deze later herhaald met de volgende bocht. Daar de afstanden hier niet langer zijn dan een meter of 400 kunt U dit weglaten, als U dat te moeilijk vindt.
100 RoHL 450 ML → MR 350 R2
Dit wordt dan gelezen als: 100 Rond Haaks Links 450 ; 450 Midden Links into Midden Rechts 350 ; 350 Rechts 2
Hieronder vindt U een opsomming van de diverse codes die gebruikt worden, en een tekening die de radius van iedere bocht weergeeft. Zoals U kunt zien (probeer dit te onthouden, want dat maakt het begrijpen van de bochten een stuk makkelijker) lijkt het een beetje op een klok. Dit is dan ook bewust zo gekozen met een verfijning door middel van bochten, die juist geen cijfer maar een letter hebben. Voorts kun je het systeem nog verder verfijnen door de aanduiding + of – aan een bocht toe te voegen. Net iets scherper of net iets flauwer. Als U de tekening bekijkt, dan ziet U dat er dus een hele hoop nuances mogelijk zijn, en is ervaring oh zo belangrijk om e.e.a. snel en adequaat te kunnen opschrijven en herkennen. Maar niet getreurd. Zo moeilijk wil ik het U niet maken. In de praktijk zult U zien dat het best meevalt. Plak anders de legenda even op het dashboard zodat de rijder nog eens even kan spieken. En het gaat er niet om wie het snelste is, maar of U de route gewoon foutloos aflegt.
Klik om te vergroten...