Stofwisseling in rust
Nicotine verhoogt het energieverbruik van het lichaam: de snelheid van de
stofwisseling in rust neemt toe. Eén sigaret roken zorgt ervoor dat je energieverbruik met 3 procent stijgt in de daaropvolgende 30 minuten. Maar de sigaretten daarna hebben amper invloed op het energieverbruik, Wie een pakje per dag rookt, verbrandt 2245 kcal. Een niet-roker die hetzelfde gegeten heeft, verbruikt slechts 15 kcal minder, te weten 2230. Concreet betekent dit dat het roken van een pakje per dag op de lange termijn het gewicht maar een klein beetje doet dalen. Terwijl datzelfde pakje het risico op ernstige ziekten flink verhoogt.
De snelheid van onze stofwisseling wordt bovendien door heel veel factoren bepaalt. Wie regelmatig sport heeft een snellere stofwisseling dan iemand die niet beweegt. En iemand die meerdere kleine maaltijden per dag eet, heeft weer een snellere stofwisseling dan iemand die niet eens ontbijt. Verder kan een tekort aan slaap je stofwisseling danig verstoren. Ook je gewicht speelt mee: bij rokers met overgewicht wordt het rustmetabolisme minder beïnvloedt dan bij rokers zonder gewichtsproblemen.
Roken vermindert de eetlust
Wat aantoonbaar juist is: roken vermindert de eetlust. Na het roken van één sigaret kun je tot wel twee uur erna makkelijker voedsel weerstaan. Dat effect neemt toe wanneer je meer rookt. En wanneer je stopt, neemt je hongergevoel toe. Naast het feit dat de meeste gestopte rokers aankomen door de vertraagde stofwisseling compenseren veel rokers het gebrek aan nicotine door extra te eten en meer te snoepen. Doordat je geur- en smaakorganen beter gaan functioneren als je niet meer rookt, smaakt alles ook beter. Over het algemeen komen mannelijke stoppers in de tien jaar na het stoppen zo’n 2,8 kg. aan. Vrouwen komen in dezelfde periode gemiddeld 3,8 kg. aan. Lichte rokers komen minder aan dan zware rokers.
Rokers hebben meer buikvet
Roken stimuleert de opstapeling van vet in de buikholte, ook wel
visceraal vetgenoemd. Hoe langer iemand rookt, hoe meer vet zich opstapelt in de buikholte. Dat buikvet vergroot de kans op allerlei aandoeningen, maar het het beïnvloedt tevens je hormoonhuishouding. Rokers produceren meer van het stresshormoon cortisol dan niet-rokers. Ook de insulineresistentie neemt toe. Dat betekent dat de
alvleesklier van rokers steeds meer insuline moet aanmaken om de opname van suikers in het weefsel te optimaliseren. En dat verhoogt weer de kans op
diabetes type 2.
Rokers eten ongezonder
Omdat de levensstijl van rokers over het algemeen minder gezond is dan die van niet-rokers, hebben verstokte rokers bovendien vaker
overgewicht dan de niet-rokers, wat ook de nodige risico's met zich meebrengt. Rokers nemen meer calorieën in dan niet-rokers (+4,9 procent), en ook meer verzadigde vetten (+8,9 procent), cholesterol (+10,8 procent) en alcohol (+77,5 procent). Bovendien verliezen rokers een deel van hun smaak- en reukzin, waardoor ze meer saus en zout op hun eten doen om het beter te doen doorsmaken. Rokers verbruiken zelfs twee keer meer
zout dan niet-rokers.
De praktijk leert dat de moeilijkheid voor veel rokers zit in de combinatie stoppen met roken én gezonder eten én meer bewegen. Maar wanneer je niet méér gaat eten en kiest voor gezonde, caloriearme voeding, zoals fruit en groenten dan zul je niets tot weinig aankomen. Ga je daarnaast iets meer bewegen, dan heb je niets te vrezen, je blijft immers extra calorieën verbranden, maar dan op een gezonde manier. Bedenk dat stoppen met roken je meer
gezondheidswinst geeft dan die paar extra kilo's kwaad doen. Stoppen met roken heeft direct effect: je hoest minder, je conditie verbetert en je proeft en ruikt meer. Een jaar na het stoppen is je kans op een
hartinfarct met de helft afgenomen. En 15 jaar na het stoppen is er geen verschil in risico meer met iemand die nooit heeft gerookt.
Klik om te vergroten...