Wat betreft de doelmatigheidsopdracht zoals de wetgever die voor zich zag, komen we tot de conclusie dat die slecht correspondeert met de wettelijk vastgelegde verhoudingen binnen het omroepbestel.
Ondanks deze beperkingen ging NPO vanaf het begin van 2016 met de nieuwe taak aan de slag, maar ontmoette daarbij nogal wat weerstand: omroepen bleken niet genegen om tot in detail inzicht te geven in de kosten van programma’s. Dat draagt bij aan onze constatering dat NPO tot op heden nog niet beschikt over de wettelijk vereiste adequate financiële informatie.
Mede als gevolg van bezuinigingen is bij NPO wel sprake van kostenbewustzijn. Maar wij hebben niet kunnen constateren dat die ‘zuinigheid’ invloed heeft op de kosten van de programma’s. ‘Vaste waarden’ worden in veel gevallen jaren achtereen tegen een eerder afgesproken tarief in het schema geplaatst zonder opnieuw kritisch naar de kosten te kijken.
We signaleren in de praktijk diverse risico’s op ondoelmatigheid, zonder te kunnen vaststellen in welke mate die optreden. Zo besteedt de publieke omroep voor 35% van de programmakosten uit aan onafhankelijke producenten. Uitbesteding kan voordelen hebben, maar daar tegenover staan aanzienlijke risico’s. Uitbesteding brengt flink hogere kosten met zich mee zonder dat duidelijk is of daar ook betere prestaties tegenover staan.
Om inzicht te verlenen in programmakosten is gekozen om die op te delen in zes aanboddomeinen. Wij constateren dat die opdeling van het televisieaanbod erg globaal is en relevante ontwikkelingen in de kosten maskeert voor het Ministerie van OCW en de Tweede Kamer.
https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2019/12/10/hilversum-in-beeldKlik om te vergroten...