BIJLTJESDAG
Er werd gisteren een kabinet gelyncht. Onder leiding vooral van de publieke omroep, die de onafhankelijkheid nu definitief overboord lijkt te hebben gegooid, werd met blind fanatisme getracht van prinsjesdag bijltjesdag te maken. Het leek wel of men zich had laten inspireren door de beelden die moslimterroristen van zichzelf laten maken terwijl zij gijzelaars onthoofden.
Bij het begin van de uitzending werd de teneur direct gezet. Wie niet beter wist dacht wellicht dat hier geen reportage over prinsjesdag werd gemaakt, maar een promotiefilm voor de vakbonden. Uitgebreid werd de ophitser Lodewijk de Waal aan het woord gelaten, zeer ruim was de aandacht voor de actievoerders, waarvan er in Den Haag zo’n tweeduizend waren komen opdagen.
Zo massaal was de actie dus niet, maar dat werd wel gesuggereerd, zoals ook de suggestie werd gewekt dat dit land door een stel asociale criminelen wordt geregeerd. Zelden zag ik zo’n sterk staaltje van journalistiek eenrichtingsverkeer, zelfs in de vraaggesprekjes met de mensen op straat.
„Vindt u al deze pracht en praal wel bij het sombere nieuws passen?”
En dan die percentagejournalistiek!
Als ik ergens een bloedhekel aan heb, dan is het daar wel aan.
Niet alleen in de troonrede zelf stond het begrip vertrouwen centraal, ook in de gesprekken achteraf gebeurde dat.
„Zesenzeventig procent heeft weinig vertrouwen in u. Wat vindt daarvan?”
„Zelfs een meerderheid van uw eigen achterban, namelijk zesenvijftig procent, heeft weinig vertrouwen in u. Wat vindt u daarvan?”
„Nog nooit was het percentage burgers dat vertrouwen in de regering heeft zo laag. Wat vindt u daarvan?”
U begrijpt het: echte diepte-interviews.
Mijn gedachten gingen uit naar Jan Peter Balkenende in het ziekenhuis in Capelle aan den IJssel. Zou hij ’s ochtends, vroeg ik mij af, De Volkskrant hebben gelezen, ook al zo’n toonbeeld van onafhankelijkheid, maar niet heus?
Zo ja, dan zal het zijn herstel niet echt hebben bevorderd.
Regels op de voorpagina (!): „Clinton had het, Mandela heeft het, Balkenende mist het.”
Zo ken ik er nog wel een paar.
„Goeman Borgesius had het, Olde Kalter heeft het, Broertjes mist het”, bijvoorbeeld.
En links daarvan, onder het kopje ’Balkenende slechtste leider van alle ministers’, een lijstje met rapportcijfers voor de ministersploeg, waarin de premier met 5,34 als laatste eindigde.
Hoeveel procent van mij vroeg zich toen wanhopig af wanneer er eindelijk eens op de inhoud zou worden ingegaan?
Honderd.
Klik om te vergroten...