Hoe verliep Operation Market Garden?
Voor het officiële begin van de operatie werden er verschillende bombardementen uitgevoerd op het Duitse afweergeschut in Nederland. 200 Lancasterbommenwerpers van Bomber Command en 23 Mosquito’s waren op weg om de 4 vliegvelden waar de Duitse nachtjagers waren gestationeerd die voor de luchtverdediging in Nederland moesten zorgen te vernietigen. Nog eens 50 RAF-Bommenwerpers stegen op aan het begin van de nacht (van 16 op 17 September) om de luchtdoelbatterijen in Nederland te vernietigen. ’S Morgens vroeg op 17 September stegen nog eens 100 RAF-Bommenwerpers op met dekking van spitfires om op en voor de kust van Walcheren en Schouwen de luchtdoelgeschutten te vernietigen. Zodat de 1500 vliegtuigen makkelijker de oversteek vanuit Engeland konden maken om de parachutisten en alles wat daar bij hoorde te droppen .
Dag 1, Zondag 17 September.
De operatie startte op 17 september 1944. Om 07.30 vlogen de eerste vliegtuigen naar Nederland, de parachutisten van die vliegtuigen zouden de markeringen op de grond maken waar later door alle luchtlandingstroepen geland diende te worden, deze vertrokken om 09.45. Alle luchtlandingstroepen zijn over een spreiding van 3 dagen gedropt, 90 km achter de linies. Dit was het deel “Market.” Om 14.35 start ook het onderdeel “Garden.” De grondtroepen starten vanuit België. Op het eerste gezicht lijkt alles soepel te verlopen, de grondtroepen halen vrij makkelijk de grens naar Nederland. Maar dan komen de eerste vertragingen.
Het grondleger heeft moeite met de smalle Nederlandse wegen waardoor ze niet zo snel vooruit kunnen als gepland. Maar belangrijker nog is dat het Geallieerde grondleger op verzet stuit van Kampfgruppe Walther. Zij weten 9 tanks uit te schakelen. Met behulp van het luchtruim wordt het verzet gebroken en na een paar uur kan het grondleger weer verder. Dit bij elkaar heeft toch behoorlijke vertraging op geleverd. Aan het einde van dag 1 heeft het grondleger Valkenswaard bevrijd, terwijl het eigenlijk al bij Eindhoven had moeten zijn, wat 10 km Noordelijker ligt.
Om 13.00uur landden de 1e Engelse Airborne division bij West Arnhem. Deze landden met Gliders (zweefvliegtuigen met bemanning en jeeps). Hun doel was om de Rijnbrug bij Arnhem in te nemen en te verdedigen. Dit was strategisch één van de belangrijkste om de operatie tot een succes te laten eindigen. Dit gebeurde onderleiding van Luitenant Kolonel John Frost. De 1e Engelse Airborne division werd opgedeeld in 3 bataljons. Het 1e en het 3e bataljon liepen al snel vast in de strijd en kwamen niet tot de brug. Het 2e bataljon lukte het wel om bij de brug te komen en wisten de noordzijde van de Verkeersbrug in beslag te nemen.
Ook Generaal Roy Urquhart zou met zijn troepen die bij Wolfheze geland waren, naar de Verkeersbrug in Arnhem moeten gaan om John Frost en zijn mannen te versterken. Ze hadden behoorlijk wat problemen, de tegenstand van de Duitsers was niet bijzonder, maar ze konden nauwelijks radiocontact maken en het grootste deel van de verkenningseenheid was nog niet bij hun aangekomen. Hierdoor besliste Generaal Roy Urquhart om alvast zelf te gaan. Dit bleek achteraf niet zo’n goed plan.
De Amerikaanse 82e Luchtlandingsdivisie Was in de buurt van Nijmegen en Groesbeek met 4000 militairen geland. Hun doel was om Nijmegen af te grendelen van Duitsland en het veroveren van de bruggen bij Grave en Nijmegen. Hier liep het echter al vrij snel mis. Majoor-generaal James Gavin stuurt een bataljon naar Nijmegen om daar de Waalbrug te veroveren. De commandant van dat bataljon dacht dat hij daar op een teken van Gavin moest wachten. Dit was niet zo. Uiteindelijk valt hij na 6 uur wachten pas aan. In deze tijd hadden de Duitsers versterking vanuit Arnhem naar Nijmegen gestuurd. Hierdoor was het een onmogelijke opgave geworden en de geallieerden verloren hier dus en keerden rond 20.30 uur weer terug naar hun landingsplek.
Het 501e regiment had al binnen 2 uur na de landingen het plaatsje Veghel ingenomen en ook de bruggen over de Aa en de Zuidwillemsvaart waren in hun bezit. Het 502e regiment had de brug over de Dommel en het plaatsje St. Oederode in bezit. Het 506e regiment was al opgerukt naar het plaatsje Son om daar de burg over het Wilhelminakanaal in te nemen maar deze werd door de Duitsers opgeblazen.
De Duitse Luitenant-Generaal Bittrich werd snel op de hoogte gebracht over de ontwikkelingen en hij stuurde de 9e SS Pantserdivisie “Hohenstaufen” in de richting van Oosterbeek en Arnhem, ook stuurde hij de 10e SS Pantserdivisie “Frundsberg” in de richting van Nijmegen om daar versterking te bieden.
Aan het eind van de 1e dag werd de balans opgemaakt. Volgens Majoor Maxwell D. Taylor waren de landingen een groot succes. Ondanks dat er bombardementen op luchtafweer vooraf al waren gepleegd waren er toch verschillende vliegtuigen die niet aankwamen of beschadigd raakten.
De grondtroepen liepen al vrij veel vertraging op, De Waalbrug bij Nijmegen was niet in geallieerde handen en bij de verkeersbrug in Arnhem werd alleen de Noordzijde verovert. Verder werden de doelstellingen die voor dag 1 gesteld werden wel bereikt.
Dag 2, Maandag 18 September .
Rond 12uur werd op deze dag Eindhoven bevrijd door het 506e regiment samen met het grondleger (30e Britse legerkorps). Omdat het in Eindhoven één groot feest was liepen de troepen daar vertraging op om dat ze min of meer tegen gehouden werden door blije Nederlanders die hen wilde feliciteren. Rond 18.30 kwamen uit de achterhoede de troepen die het brugmateriaal met zich mee droegen om bij Som een brug te plaatsen. De troepen werkte daar de hele nacht aan door maar die brug zou pas de volgende ochtend klaar zijn. Hierdoor zou het 30e Britse legerkorps al 36 uur achter op schema liggen.
De 101e Luchtlandingsdivisie was nu aanzienlijk versterkt met 2579 man en enkele honderden voertuigen die per gliders werden gedropt in de buurt van Son en St. Oederode. Een tegenvaller was wel dat een groot deel van de munitie, voedsel en andere voorraden bij de dropping in handen van de Duitsers was gekomen.
Bij Nijmegen was nog steeds de strijd om de verkeersbrug over De Waal te veroveren aan de gang, dit was tot dusver nog niet gelukt (dit was de 2e poging). Toen kregen de soldaten van Majoor-generaal James Gavin nog een tegenslag te verwerken. Ze moesten namelijk terug naar Groesbeek omdat de Duitsers daar de landingsplek voor de 2e lift aan het aanvallen waren vanuit het Reichswald. De landingsplek moest weer in handen van de Amerikanen komen omdat de Gliders en parachutisten al onderweg waren vanuit Engeland. Als dit niet gebeurde zou het dus op een enorme ramp uitdraaien en zou de missie zeker niet volbracht kunnen worden.
John Frost was Ondertussen met man en macht de brug bij Arnhem aan het verdedigen, dit lukte nauwelijks omdat zijn 1e en 3e bataljon nog steeds vast zaten en de troepen van Generaal Roy Urquhart nog steeds niet gearriveerd waren.
Dag 3, Dinsdag 19 September.
Gavin doet opnieuw een poging om de Verkeersbrug en nu ook de spoorbrug over De Waal bij Nijmegen te veroveren (3e poging)nu samen met de gevechtstroepen van het 30e korps in de loop van de dag. 10e SS Divisie van de Duitsers stond nu zelfs op het punt de brug op te blazen. Als dit zou gebeuren dan liep de missie zeer veel vertraging op Deze keer lukte het ook niet om de brug te veroveren, dit was weer een tegenvaller voor de 82e Divisie.’s Nachts verzonnen Horricks en de Britse parachutistengeneraal Browning een andere taktiek, deze werd gelijk goed gekeurd door Gavin. Ze zouden de verkeersbrug van 2 kanten gaan aanvallen, omdat hij nu meer manschappen en voertuigen heeft moet dit lukken.
De parachutisten van het 504e regiment moesten de Waal oversteken om de brug vanuit het noorden te bestormen, terwijl tegelijkertijd de Grenadier Guards, gesteund door een parachutisten bataljon, vanuit het zuiden het offensief op de stellingen bij de brug zouden openen. Dit lukte. Maar volgens de planning had het 30e Legerkorps al in Arnhem moeten zijn.
De positie van de 101e Divisie versterkte op deze dag nog meer, omdat de Amerikanen met behulp van een Brits pantsereskadron een Duitse troepenmacht van 2 à 3duizend man wisten te vernietigen. Maar opnieuw was er een tegenvaller: De 101e Divisie zou opnieuw belangrijke versterkingen ontvangen per zweefvliegtuig, dit bestond nu uit voornamelijk artillerie en artilleristen, maar van de 385 vliegtuigen wisten slechts 209 de landingsplek te halen. Hierdoor was er in plaats van de 86 stukken geschut slechts 40 stukken over.
Nijmegen werd deze nacht door zware bombardementen getroffen op het moment dat de geallieerden door deze stad trokken om de bruggen te veroveren. Ook Eindhoven werd zwaar gebombardeerd door de Duitse Luftwaffe. Hierdoor werd de achterhoede van het 30e Legerkorps zwaar vertraagd
Dag 4, Woensdag 20 September.
Dit was een belangrijke dag voor Operation Market Garden. Dit was de dag waarop zowel de geallieerden als de Nederlanders beseften dat Nederland helemaal niet zo makkelijk bevrijdt zou zijn. ` s ochtends kreeg Browning bericht van de Britse commandant Urquhart dat de situatie rond de brug bij Arnhem nauwelijks nog te handhaven was, ze hadden nog steeds het noordelijk deel van de brug in hun bezig maar ze werden volledig omsingeld en met een tekort aan voedsel, munitie en medicijnen was het onmogelijk om stand te houden.
In het zuiden voer de 101e divisie zware gevechten met de Duitsers in het gebied in de buurt van Son en tussen Heeswijk en Dinther. De geallieerden hadden het zwaar omdat de voorraden voor het grootste deel bij de Duitsers werden gedropt.
In de ochtend trokken het 504e regiment en het 2e tank bataljon (Irish Guards) door het westelijke deel van Nijmegen. Zij waren op weg naar de Spoorbrug.
Ze kwamen daar in de middag aan. Het 505e regiment was samen met de Grenadier Guards op weg naar de Verkeersbrug. Het 3e bataljon van het 504e regiment ging diezelfde middag nog met Canvas bootjes naar de overkant, ze werden gedekt door de Irish Guards en nog veel meer ander geschut. De Duitsers hadden zich aan de overkant genesteld, en ondanks dat de geallieerden een rookgordijn hadden gemaakt werden de para’s die in de bootjes zaten als schietschijven gezien. Slecht 13 van de 26 bootjes haalden de overkant van de 400 meter brede rivier de Waal.
200 Man haalde in de eerste landingsgolf de overkant en wisten een klein bruggenhoofd te vormen. Bij iedere landingsgolf werd dit een klein beetje uitgebreid. Tegen de avond wisten de geallieerden het Noordelijk deel van de Spoorbrug in handen te nemen. Vervolgens stootten ze door naar de Verkeersbrug, ook daar wisten ze van het zware Duitse verzet te winnen. Op deze manier wisten de geallieerden de toevoerwegen van de Duitsers naar de bruggen af te snijden.
De manier waarop de geallieerden de Waal over zijn gestoken wordt nog steeds als een dappere en heldhaftige daad beschouwt, één van de mooiste uit de oorlog ( Generaal Horricks)
De Grenadier Guards waren tijdens deze gevechten al aan de Zuidelijke oeverwal begonnen aan hun missie. Zij moesten de stellingen bij het Hunnerpark en het Valkhof aanvallen. Dit was een hele moeilijke klus omdat de Duitsers het hier zwaar hadden versterkt met volledig bemande loopgraven en prikkeldraad. Kort voor 7 uur `s avonds wisten zij contact te leggen met het 504e regiment die eerder met Canvas bootjes naar de overkant waren gegaan. Zowel aan de Noord - als Zuidkant waren nu dus geallieerde troepen. Oftewel de brug over de Waal was in hun bezit. Nu moest zo snel mogelijk het 30e Legerkorps over deze brug oprukken naar Arnhem om daar de Luchtlandingsdivisies die het daar al zo moeilijk hebben te steunen.
John Frost en zijn mannen zaten nog steeds in Arnhem bij de verkeersbrug. Urquhart kon hem onmogelijk met z’n troepen bereiken, zoals hij had doorgegeven. Inmiddels hadden de Duitsers opdracht gekregen om alle huizen in de buurt van de brug kapot te schieten, zodat Frost en zijn mannen zich nergens konden verschuilen, Frost kreeg de keuze: Of overgeven, of kapot worden geschoten, hij koos voor de laatste optie. Tegen de avond stond het hoofdkwartier daar in brand en John Frost zelf was zwaar gewond geraakt. De beschietingen werden gestaakt en de mannen van Frost moesten zich terugtrekken naar het beroemde Hotel Hartenstein, wat als hoofdkwartier moest dienen voor de hele operatie. Daar hadden zich inmiddels meerdere troepen weten te verschuilen.
Dag 5, Donderdag 21 September.
Op deze dag landde de Poolse parachutisten brigade onder leiding van Majoor-generaal Sosabowski tussen Elst en Driel. Helaas was dit door de slechte weersomstandigheden maar liefst 3 dagen later dan gepland. Dit was dus opnieuw een zware tegenvaller voor de operatie.
De Polen rukten op naar Heveadorp, om daar de Neder-Rijn over te kunnen steken. Dit was nodig om het gebied rond Hotel Hartenstein (de perimeter) te versterken. Helaas was dit niet mogelijk omdat de Duitsers de veerpont hadden laten zinken en daarna hadden ze zich in de oever opgesteld om de Poolse soldaten te beschieten. Slechts 300 soldaten haalden het gebied
De Duitsers konden zich nu volledig richten op de perimeter, het gebied in de buurt van Oosterbeek (Hotel Hartenstein) dit was een belangrijke plek voor de geallieerden, want hier lag onder andere het hoofdkwartier voor de hele operatie.
Inmiddels waren ook de Irish guards tot stilstand gekomen, zij werden zwaar onder vuur genomen door de 10e SS pantserdivisie bij Elst. Ondersteuning was er voor hen niet omdat ze geen radiocontact konden maken.
Dag 6, Vrijdag 22 September.
Wat ook nu een groot probleem was, was de corridor. Dit was vaak niet meer dan een smalle weg waar de geallieerden van het begin van de missie naar Arnhem moesten lopen. Omdat de corridor vaak niet breder dan een smalle weg was, kon hij makkelijk worden afgesneden door de Duitsers, dit leverde zware vertragingen op, ook nu weer was dit het geval, ditmaal in de buurt van Veghel. De corridor moest opnieuw worden opengebroken, dit kostte veel tijd voor de 101e luchtlandingsdivisie, ze liepen tegen een vertraging van een dag. Ze kregen wel hulp van een aantal bataljons van het 82e Airborne division van Gavin, omdat de situatie in Nijmegen inmiddels redelijk onder controle was.
De eerst verkenningseenheid van het 30e Legerkorps bereikte ondertussen de Poolse soldaten in de buurt van Driel. Helaas bleek als snel dat de situatie daar vrijwel hopeloos was.
In de perimeter werd nog steeds dapper gevochten, maar stukje bij beetje werd de grote van de perimeter verkleind. Steeds moesten de geallieerden een stapje terug doen.
Dag 7, Zaterdag 23 September.
De Situatie van de Britse para’s verslechterde zeer erg in de perimeter, er waren steeds meer gewonde soldaten die niet meer in staat waren om te vechten. Het aantal vechtende soldaten dunde dus sterk uit. De ziekenboegen zaten overvol en er was te weinig voedsel en munitie. Het droppen van deze benodigdheden lukte ook niet, 8 vliegtuigen werden uit de lucht geschoten en de vliegtuigen die wel hun spullen konden droppen werd door meestal de Duitsers opgepikt.
De Poolse soldaten bij Driel ondernamen nogmaals een poging om de Neder-Rijn over te steken, slechts 153 soldaten haalde de overkant, ook dit was weer te weinig om echt iets tegen de Duitsers te kunnen beginnen.
In het Zuiden leek de situatie zich iets te verbeteren, de geallieerden veroverde Elst en nog belangrijker: De 101e artillerie wisten een aanval van de Duitsers bij Veghel op de corridor af te slaan. De “Hell’s Highway” was nu vrij en dus kon er bevoorrading worden aangevoerd.
Dag 8 , zondag 24 september.
De steeds grotere wordende gewonden groep van de Britse soldaten werd eerst geplaatst in en rond het Hotel Hartenstein. Alleen door de steeds sneller groeiende hoeveelheid gewonden werd deze plaats te klein om alle gewonden in te plaatsen. Het hoofd van de medische troepen Kolonel Graeme Warrock kwam in overleg met de Nederlandse verbindingsofficier Luitenant ter zee Wolters overeen dat er iets gedaan moest worden aan het aantal gewonden. Deze 2 kwamen in overleg met het Duitse hoofdkwartier in Arnhem overeen tot een staakt het vuren. Nu kregen ze de kans om 450 gewonden weg te halen uit de gevarenzone.
Hierna volgde er een vergadering tussen Horrocks, Sosabowski en een luitenant-generaal Thomas (deze behoorde tot de 43ste divisie). Sosabowski moest tegen zijn zin zijn 1e bataljon overdragen aan Thomas zodat hij kon helpen die nacht met het oversteken van de rivier.
Op deze dag werd er een overweging gemaakt om de restanten van de eerste Airborn divisie te evacueren. Maar dat ging niet door wegens een gebrek aan boten.
Direct na deze actie ging Horrocks terug naar st. Oderode om verslag uit te brengen van de situatie aan zijn bevelhebber Generaal Dempsey. Direct na zijn aankomst braken er gevechten uit ten Zuiden van Veghel. Het 501e regiment die hier zat werd aangevallen door de Duitsers en ook de 44e Royal tanks werden hier ernstig belaagt. Met als gevolg dat die grote schade opliepen. Na een aantal hevige tegenaanvallen werden de Duitsers hier weer verdreven. Maar dit werd niet lang volgehouden. Want later die middag slaagde een Duitse eenheid erin om de weg bij Koevering af te sluiten en om dit te behouden.. Dit was voor de Duitsers namelijk ook erg belangrijk voor aanvoer van troepen.(versterking)
Dag 9, Maandag 25 September.
Er was nog een laatste poging voor de Polen bij Driel om de overkant van de Neder-Rijn te bereiken, ditmaal was dat samen met de britten. Minder dan de helft haalde de overkant, de rest van de missie werd afgeblazen, de mensen die wel aan de overkant waren gekomen moesten de soldaten in de perimeter steunen. Dit was alleen zeer lastig, omdat ze maar met kleine groepjes waren. Hierdoor veranderde er bijna niks aan de situatie.
Om 10.30 uur gaf Urquhart de orde om terug te trekken. Dit gebeurde omdat het de enige optie was om nog meer doden te voorkomen, van winnen was absoluut geen sprake meer. Om 22.00uur gaven de Britten en Polen hun stellingen op en trokken ze zich terug naar de oevers
van Neder-Rijn. Hier zouden Britse en Canadese geniettroepen klaar staan om ze met boten naar de overkant te brengen. De artillerie van het 30e Legerkorps gaf ze de dekking door voor de laatste keer op de Duitse stellingen te schieten.
Dag 10, dindsdag 26 september.
Na de hele nacht bezig zijn geweest met terug te trekken. Werd deze uiteindelijk bij het aanbreken van de dag gestaakt. De duitsers maakte dit met hun vuurkracht onmogelijk. Van alle troepen die begonnen aan deze missie kwamen er 2200 Britse Airbornes behouden terug, 160 polen en 75 Dorsets. De overige troepen werden gevangen door de Duitsers of werden gedood.
HEB ER ME PW OVER GEMAAKT ALSJEBLIEFT EEN LESJE GESCHIEDENIS!!!
Laatst bewerkt: 5 mei 2006