Even wat uitgebreider beantwoorden: Een IP adres is een soortement huisnummer in een straat. Als je in een straat 10 of 1000 huisnummers hebt, dat maakt voor de straat zelf niet uit. Als de gemeente niet meer dan een zandpad heeft aangelegd kan er nog steeds maar één auto tegelijkertijd door die straat. Echter, hoe meer huisnummers (gezinnen) je hebt, hoe meer auto's er door die straat rijden. Het wordt dus drukker en daardoor kun je minder hard rijden. Maakt een huisnummer dan wat uit voor de hoeveelheid auto's? Oftewel "Maakt een IP nummer wat uit voor de hoeveelheid verkeer?" Nee, dus. Als er duizend mensen in de straat wonen moeten er gewoon meer auto's door de straat dan wanneer er 10 mensen wonen. Ze hebben niet allemaal een huisnummer nodig. Om in deze beeldspraak te blijven... Stel je voor dat je in jouw straat alleen maar een postcode hebt. (Dus eigenlijk maar één huisnummer). Dan wordt alle post van de hele straat op dat ene adres afgeleverd. De post kent dan de hele straat namelijk als één adres. Op dat ene adres moet dan iemand wonen die alle mensen van de straat kent en zorgt dat de post naar het juiste huis wordt doorgestuurd. Hij maakt daartoe gebruik van "privé adressen", bijvoorbeeld "Het rooie huis aan de linkerkant net voorbij de eikeboom" of "Het huis waar Ties van de bakkerij woont". Dat zijn dus 'interne adressen' waar de rest van de wereld geen boodschap aan heeft. De persoon van het postadres kent dus alle 'interne adressen' en zorgt dat alle post bij het juiste huis terechtkomt. Hij 'routeert' de post, dus. Zo werkt een ADSL router ook. Een ADSL router is het postadres van je netwerk. Mijn postadres thuis is 'mojdom.xs4all.nl'. Als daar een computerpakketje (zeg maar 'packet') wordt afgeleverd dan komt dat packet terecht bij de postkamer en die routeert het door naar de systemen die elk een 'privé' adres hebben. De postkamerbediende (de 'router', dus) kent alle interne adressen van het 'private network'. De router weet ook voor welk interne adres een packet bestemd is. Om het verhaal volledig te maken: Een hub is weer een heel ander apparaat. Een hub is een soort koppelstuk; vergelijk het maar met een stroomverdeeldoos. Als je 'volten' of 'amperes' in de ene kant van de doos steekt komen ze er aan alle andere kant uit. (Dat kun je met een paar spijkers heel snel uitproberen - Do not try this at home!). Een hub doet hezelfde. Als je op een van de aansluitingen een byte zet dan komt die byte er op alle andere kanten ook weer uit. De netwerkkaart/driver van de eindbestemming zal dan moeten uitmaken of dat packet uiteindelijk ook voor hem bestemd is of niet. In de straat hierboven kun je een hub vergelijken met een oprijlaantje. Er kunnen meerdere mensen aan het zelfde oprijlaantje wonen, maar ze wonen toch elk in een eigen apart huis. (Met een eigen privé of publiek adres) In de TCP/IP definities is het niet mogelijk dat twee apparaten het zelfde IP nummer hebben, en dus heb je ofwel een serie internet IP nummers ("huisnummers") nodig ofwel een apparaat dat zelf IP nummers kan toewijzen en administreren. Samengevat... In de postkamerbeeldspraak heb je dus altijd een mannetje nodig die de post van een bepaalde postcode bij elk individueel huis kan afleveren (een router). Als het huisnummer landelijk niet bekend is dan moet dat mannetje een intern adres administreren en gebruiken voor de postdistributie. Op een netwerk heb je een router nodig die weet waar elk apparaat van je netwerk zit (en waar de buitenwereld zit). De apparaten kunnen een algemeen bekend IP nummer hebben, of een private IP nummer. Als je een private IP nummer hebt dan heb je een administrateur nodig in de vorm van "Network Address Translation", oftewel NAT. In nagenoeg elke ADSL router zit NAT ondersteuning.