Maar nu is me nog steeds niet duidelijk, hoe ze dan tot die conclusies zijn gekomen en met welke onderzoeksmethode. Ik zie het zo:
Een auto kan maximaal 5 personen vervoeren. Een trein kan (wat zal het zijn?) maximaal 2000 personen vervoeren. Dit zou dus betekenen dat 1 trein 400 keer zo vervuilend zou moeten zijn dan een auto.
Laten we uitgaan van een spitsituatie (hier vind immers het meeste vervoer plaats) In de spits zijn er meestal 1 a 2 inzittende per auto. (vaker 1 dan 2, en vrijwel nooit meer dan 2) de trein daarintegen zit over het algemeen goed vol. Dus dan komen we al op een andere ratio uit. Laten we zeggen dat de trein bijna vol zit: 1750 mensen. En laten we de auto's ruim baan geven en stellen dat ze allemaal 2 inzittende hebben. Dat zitten we al aan een ratio van:
875, een trein is dus 875 keer zo vervuilend als een auto. Of anders gezegd: trein van A naar B staat gelijk aan 875 auto's van A naar B. Zijn we er nog steeds niet:
Een trein gaat altijd rechtstreeks van A naar B, zonder te stoppen. De auto heeft een hele grote kans om in de file te staan. In een ideale wereld doet iedereen zijn motortje uit, maar dit is geen ideale wereld en dus doet niet iedereen dat. Daarbij heb je ook nog grote langzaam rijdende gedeeltes waar de vervuiling ook groter wordt. Ik weet niet welke berekening ik hier op los moet laten, maar ook hier verliest de auto.
Dan nog een laatste punt: de trein rijdt in een bepaalde frequentie: 1 keer in het half uur. 1 keer in de 10 minuten; een keer in het uur. Buiten die frequenties is de vervuiling dus minder. Auto's zijn niet gebonden aan die frequenties en (met name in de spits) is er sprake van een geleidelijke tot constante stroom van vervuiling.
Dan heeft het artikel het ook nog over navervoer. (Van het treinstation, naar het eindpunt) maar als je dat meetelt, dan moet je ook elke extra inzittende van de auto meetellen die wordt gebracht of naar de bestuurder gaat.
Daarom ben ik wel benieuwd welke methode ze hebben gebruikt.
Laatst bewerkt: 15 mei 2009