Maar goed dat je nu geen examen hoeft te doen, want dat is het niet.
Binomiale kansverdeling. Binomiaal bevat 'bi' wat betekent dat er slechts twee mogelijkheden zijn: Wel of geen succes. Denk hierbij aan kop of munt bijvoorbeeld. De vorm van een binomiale kansverdeling is:
(n ncr k) * p^k * (1-p)^(n-k)
n is het totaal aantal keer dat je het experiment uitvoert
k is het aantal keer succes
p is de kans op succes
1-p is de kans op falen.
Merk op dat de kans opfalen 1-p is. Dit is logisch omdat er maar twee mogelijkheden zijn en de totale kans van 1 wordt dus maar verdeeld in twee helften.
Ten tweede kun je geen 'halve keren succes' krijgen, dus wat dat betreft gaat het wel om gehele getallen (n en k zijn gehele getallen). Maar je kans p en de uitkomst kunnen uiteraard wel decimalen bevatten.
CDF of PDF?
De C in CDF staat voor cummulatief. Dit betekent dat het een gebied bestrijkt. De binomcdf van 2 is daarmee de kans op 2 keer succes, maar ook die van 1 keer en 0 keer succes. (zie de post van Boertje_psv, je krijgt dus de kans P(x<2))
PDF rekent echter maar één mogelijkheid uit. de binompdf van 2 is dus puur en alleen de kans dat je 2 keer succes hebt in je reeks experimenten. (Je berekent dus de kans P(X=2))
Normale verdeling
Wiskundige theorie stelt dat experiment van hele grote orde de vorm van een normale verdeling gaan volgen:
Op de middelbare school en op je eindexamen kun je echter makkelijk herkennen of ze het over normale verdelingen hebben als ze woorden als variantie of standaarddeviatie laten vallen. Ik kan wel uitgebreid gaan uitleggen wat een normale verdeling is, maar mijn ervaring leert dat het alleen maar verwarrend is.
Je moet gewoon weten wanneer het te gebruiken en dan weten wat in te vullen. Je moet je goed realiseren welk gebied ze in bovenstaande curve bedoelen en aan de hand daarvan je formule intikken.
Ook hier geldt weer hetzelfde verschil tussen cdf en pdf.
Klik om te vergroten...