Het huiswerk draadje [deel 2]

Misschien dat jullie me kunnen helpen hier.

Ik heb voor school een pand tot mijn beschikking gekregen om te gaan herbestemmen. Het panf is een groot monumentaal pand, 2 verdiepingen en een kelder, aardige tuin. Het pand staat in een rijke buurt, veel grote auto's buiten, veel advocaten kantoren, haven met veel grote jachten in de buurt. In de buurt zitte. Voldoende hotels en restaurants.

Voor dit pand moet ik dus een bestemming zoeken welke goed past bij de doelgroep. Natuurlijk gaan we er nog analyses tegenaan gooien, maar een eerste inzicht is nooit verkeerd. Ideeen zijn altijd welkom!

 

Atelier / Sjieke lunch tent / Luxe mannenclub met speciale kelder

 

Iemand die mij kan helpen met de volgende Duitse woorden waar Die/Der of Das voor moet. (Nog nooit Duits gehad )
4. Geld
5. Land
6. Verkauf
7. Betriebe
8. Zeit
9. Hotel
10. Haus
11. Jahr
13. Glas
14. Bruder
15. Wahrheit
16. Herr
17. Wagen
18. Stelle
19. Frage
20. Bank

 

Aub.

 

Hier mensen die Vrijheid en Rede van Dick van Lente en Bert Altena hebben gelezen? Ik moet erachter komen wat de centrale vraag in hoofdstuk 4 is, maar volgens mij worden er geen vragen gesteld...:/

 

Een vraag hoeft ook geen vraag te zijn heh.

Heb het boek trouwens niet gelezen.

 

O'rly? hoezo dan?

 

Houd dan gewoon je mond en doe dat bij al mijn posts over huiswerk, ik ga er niet vanuit dat jij ook maar iets zal begrijpen van wat ik studeer.

 

Lol de centrale vraag van hoofdstuk 4 hoeft echt niet een daadwerkelijke vraag in dat hoofdstuk te zijn hoor..

Je kan het ook vanuit de ogen van de schrijver zien, dus wat was zijn centrale vraag in dit hoofdstuk. M.a.w. wat wil hij de lezer laten weten of wat wil hij overbrengen.

 

Oh dude, alsof dat is waarom ik zo uitval tegen Daan. Het is juist omdat ik ook echt wel door heb dat het niet een daadwerkelijke vraag hoeft te zijn.

Poeperts.

 

Prima, succes nog verder.

 

Ik doe de opleiding vrijetijdsmanagement en moet de vrijetijds domeinen analyseren en ook de trends en ontwikkelingen daarvan.

En bij het domein attracties bij een van de trends heb ik:

Nu liet ik de leraar dit zien en hij zei dat voor het bovenstaande een term voor was. Nu kan ik deze term niet vinden, weten jullie die misschien

 

Ik moet een betoog schrijven waarvan ik zelf de betoogvraag moet bedenken. Mijn betoog moet wel twee bronnen vergelijken.
Eentje bestaat uit drie korte gedichtjes voor kinderen, waarvan twee gaan over hoe goed god wel niet is, geschreven door de Piëet Van Alphen in 1778.
De ander zijn drie hoofdstukken van een boek over hoe geweldig god is dat hij een perfecte wereld heeft geschapen en dat je hem daarom moet aanbidden en je continu moet proberen je te blijven verwonderen van Gods werken, geschreven in 1779 door de Zuthpense predikant Martinet.
Iemand ideeën voor een passende vraag?

 

Is het : die dit met zich meebracht, die het met zich meebracht, of die dat met zich meebracht? Er staat een cirkel om het woordje het in een zin in m'n nagekeken verslag over een planologisch onderwerp.
''De stadsuitbreidingen, de vernietiging van het stedenschoon en de ronduit lelijke speculatiebouw en de schrijdende woonomstandigheden die het met zich meebracht, voedden allen het streven naar schoonheid.''

Wat is er mis met het woordje het dan?

 

die = dat?

Of idd is het niet duidelijk waar je naar verwijst in die context.

 

Waar verwijs je naar? Wat bracht het met zich mee?

 

Ow wacht..lame dit, ik zie het nu. Het moet zijn: ''de stadsuitbreidingen, de vernietiging van het stedenschoon en de ronduit lelijke speculatiebouw, die de schrijnende woonomstandigheden met zich meebracht,''

- dit kan wel, right? Het is al laat..

 

Niet 'de' weghalen tussen 'die' en 'woonomstandigheden'? Klinkt wat beter, al weet ik de context niet.

 

Nah, misschien verander ik de wel in deze, ik vertel namelijk al eerder in de tekst over deze ontwikkeling. Thanks iig, de zin is toch nu kloppend?