OPINIE De dood van de grensrechter na een voetbalwedstrijd in Almere heeft alles te maken met de moeizame integratie van een etnische minderheid met een machocultuur in Nederland, betoogt Hans Werdmölder.
Nederland en de voetbalwereld in het bijzonder zijn diep geschokt. Een grensrechter is gemolesteerd met de dood tot gevolg. Iedereen die wekelijks de voetbalvelden bezoekt, zag het aankomen. De verdachte spelers van 15 en 16 jaar zitten vast en zijn door de club geroyeerd. Als reactie zijn komende zaterdag alle amateurvoetbalwedstrijden afgelast. De voetbalkantines blijven open, zodat er kan worden gepraat over de verruwing van de sport.
Het commentaar in de media komt niet veel verder dan de oppervlakte van de groene grasmat. Men slooft zich uit in politieke correctheid. Over de achtergrond van de verdachten is lange tijd gezwegen.
Berucht team
Geleidelijk druppelen wat nieuwe feiten door in de berichtgeving. Het blijkt te gaan om een berucht team, dat eerder al een 'gele kaart' van het clubbestuur kreeg nadat spelers zich verbaal hadden misdragen richting een scheidsrechter. Enkele spelers zijn na het eerste incident geschorst. Kennelijk is er helemaal geen sprake van een incident.
Er is ook geen sprake meer van hufterig gedrag. Deze gebeurtenis is van een geheel andere orde. Het gaat om doodslag op een gezagsdrager in het publieke domein. De betrokken jeugdspelers zijn lid van een voetbalclub, die zijn spelertjes rekruteert uit Amsterdam-West en omstreken. De verdachten blijken van Marokkaanse en Antilliaanse huize te zijn.
Hiermee belandt het incident in de wereld van de taboes. Niet voor niets wordt door alle media zo voorzichtig gereageerd. Zoals tien jaar geleden het onderwijs werd opgeschrikt door een moord op een leraar, zo is nu de voetbalwereld aan de beurt.
Eer en macht
Bij nader inzien gaat het om een incident waar eer en macht een rol spelen. Het slachtoffer is een blanke man, een vlaggenist met het gezag van één wedstrijd. De daders zijn jongemannen van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst. Er is sprake van crimineel groepsgedrag met een etnisch tintje.
Al meer dan dertig jaar worstelen we met het probleem van de Marokkaanse en Antilliaanse jeugdcriminaliteit. De vele incidenten zijn herkenbaar en grensverleggend. In het ene geval gaat het om ambulancepersoneel, in het andere geval is het een buschauffeur of een treinconducteur. Ook Sint-Nicolaas, al heeft de goedheiligman het christelijk kruis op zijn mijter afgezworen, is vaak het doelwit. Mannen in een uniform, bekleed met macht, zijn het doelwit en slachtoffer.
Gewone blanke Nederlanders, mannen en vrouwen zonder uniform, laten het wel uit hun hoofd om onbekende Marokkaanse jongemannen in het publieke domein aan te spreken op overlastgevend gedrag. Marokkanen beschikken immers over 'mobielwaarde'. Voordat je het weet heb je een groep trotse Marokkanen met kortelontjesgedrag tegenover je.
Machocultuur
De daders zijn jongemannen die in een machocultuur zijn opgegroeid. In die cultuur ben je een slappeling als je een stap terugzet of onbekend Nederlands gezag accepteert. In een groepscultuur moet je ook reageren op ongewenste opmerkingen of commentaar, anders ben je het lachertje van de dag.
Soms is sprake van uitdagend gedrag. Dan zijn de slachtoffers gemakkelijke doelwitten, zoals vrouwen, homoseksuelen en joden.
De betrokken verdachten zijn vaak Marokkaanse jongemannen. Ze zijn in Nederland geboren en getogen, van huis uit krijgen zij een zeer negatief beeld mee over de Nederlandse samenleving. Dit type jongens tref je aan op plekken met concentraties van Marokkanen of Antillianen, zoals in Amsterdam-West. Ze hebben schijt aan de regels. Een autoriteit, anders dan van de vader, broer of familieoudste, wordt niet geaccepteerd. Waarom zou je integreren in een samenleving die je niet ziet zitten.
De Nederlandse overheid heeft het probleem lange tijd niet willen zien, bang te worden beschuldigd van racisme of discriminatie. De wetenschap sloofde zich uit in verklaringen, waarin geen plaats is voor etniciteit of cultuur. De overheid kwam een aantal jaar geleden met goedbedoelde imagocampagnes met prachtige kleurenfoto's van goed geïntegreerde Marokkanen. 'Hoe leuk zijn de Marokkanen?' Alleen al het stellen van de vraag had een teken aan de wand moeten zijn.
Een van mijn leidinggevenden, ook een blanke man met gezag en autoriteit, zegt mij dat hij van dit soort incidenten met een etnisch tintje buikkramp krijgt. Het is ook moeilijk het probleem in zijn ware proporties te zien en te erkennen.
Beklaagdenbank
In dit geval hebben we te maken met een diep verankerd maatschappelijk probleem. Het gaat om een probleem dat ook de Marokkaanse gemeenschap diep raakt. En zij ervaren het probleem als geen ander. Goed geïntegreerde Nederlandse Marokkanen worden door dit soort incidenten, waar hun 'landgenoten' bij betrokken zijn, in de beklaagdenbank gezet. Wat waren ze opgelucht toen de moordenaar van Pim Fortuyn een autochtone Nederlander bleek te zijn.
In wezen gaat het om opvoeding, het gaat om achterstandsgezinnen, het gaat om onzichtbare ouders, het gaat om een subcultuur waar eer een belangrijke rol speelt. Meer in het algemeen gaat het om de moeizame integratie van een etnische minderheid met een machocultuur.
Hans Werdmölder is lector Jeugd en Veiligheid aan de Avans Hogeschool. Hij publiceerde onder meer het boek Marokkaanse lieverdjes.
Klik om te vergroten...