Het onderwijs op universitateiten heeft een nogal tweeslachtig, welhaast dualistisch karakter. Enerzijs heb je als student erg veel vrijheid, is het onderwijs erg vrijblijvend en ligt de verantwoordelijkheid bij jezelf. Deze vlieger gaat echter vooral op bij vakken met hoorcolleges. Anderzijds is er sprake van een erg schoolse instelling, waarbij sprake is van huiswerk in combinatie met controles, verplichtte aanwezigheid bij werkcolleges en ouderwets docerende en daarbij, voornamelijk, dicterende leerkrachten. Studenten worden pas na het tweede jaar voor vol aangezien en daarvoor worden ze veelal benaderd als leelingen, in plaats van volwassen studenten.
Dit is een groot probleem op universiteiten en hogescholen (hoewel het daar minder is). In principe moeten ze daar een cultuur nastreven waarbij de student gestimuleerd wordt in zijn ontwikkeling en vooral de kans krijgt zich op professioneel vlak te verbeteren zodat zijn toekomstige titel ook echt iets iets betekent. In plaats daar van vind je op universiteiten nog steeds een suffe zanikkende leerkracht en een chronisch gebrek aan eigen invulling van het studieproces door studenten.
Studenten studeren niet, aldus eigen zeggen: Al na een maand studeren spreken ze over naar school gaan. De docent of hoogleraar is een leerkracht waarover op dezelfde manier gesproken wordt als over leerkrachten op het voortgezet onderwijs.
Als de universiteiten niks doen, is het niet verwonderlijk dat resultaten uitblijven. Studeren moet leuk en boeiend worden. Ook bij volwassenen geldt dat er, ondanks het feit dat ze meer kunnen behappen, een zekere leuke factor aanwezig moet zijn. En luisteren naar een oude zak met een mond vol gezever, als in deze post van ondergetekende, is niet leuk.
Laatst bewerkt door een moderator: 10 sep 2004