"Heimwee naar de eigen voetbaljeugd"
In het spelershome van Go Ahead Eagles rust het rechterbeen van Marc Overmars comfortabel op een barkruk. De oud-international met de wonderlijkste comeback in het voetbal van 2008 klaagt echter niet over pijntjes.
Trefzeker wijst Overmars het huis aan waar hij vroeger, als jeugdspelertje van de eerste divisieclub uit Deventer, een kamertje van 2 bij 2 meter had.
Hier heeft hij de basis gelegd, zegt Overmars. ‘Onze A1 stond ’s ochtends om half zeven al te trainen. En de trainer was dus net zo gek, want die stond dan ook al op het veld.’
Het is een tijd die Henk ten Cate, thans coach van de Griekse topclub Panathinaikos, zich ook herinnert. ‘Als de stadionlampen zo vroeg aan sprongen, zaten de omwonenden in de wijk rechtop in hun bed. Binnen een week kwamen de eerste klachten’, zegt hij grinnikend.
Ten Cate denkt dat hij in 2010 zal stoppen als coach. Bij terugkeer in Nederland biedt hij zijn diensten graag aan bij Go Ahead. ‘Ik wil de club dan in een adviserende rol helpen met het aantrekken van trainers en spelers. En daar wil ik niks voor hebben. Go Ahead zit in mijn hart.’
Overmars, naast selectiespeler al vier jaar bestuurslid technische zaken in Deventer, en Ten Cate zijn niet de enigen die nog altijd een sterke genegenheid voelen voor hun voormalige liefde.
Oud-international Paul Bosvelt begon in januari als assistent van hoofdtrainer Andries Ulderink. Hij moet de trainerscursus nog volgen, maar wil alvast kijken of deze nieuwe rol hem bevalt. De andere assistent, oud-speler Michel Boerebach: ‘Voor de sfeer is het alvast goed, want Paul kun je er goed bij hebben. En hij brengt een schat aan ervaring mee natuurlijk.’
Victor Sikora stond in het najaar van 2008 ook aan de poort van de Adelaarshorst om mee te trainen. De vleugelspits, voorheen actief voor onder meer Vitesse, Ajax en NAC, komt voorlopig nog even uit voor Perth Glory uit Australië.
‘Als hij over twee maanden terug is in Nederland, staat Victor hier de eerste dag weer op de stoep’, bezweert Overmars. ‘Ik zie hem de vorige keer nog aankomen, op zijn fiets. Hij woonde hier natuurlijk ook vlakbij. Grappig is dat.’
Wat is dat toch, die opvallende drang die zoveel oud-spelers én trainers van Go Ahead voelen om terug te keren naar Deventer? De club komt al sinds 1996 niet meer uit in de eredivisie en speelt, een podium lager, een marginale rol in het betaald voetbal.
‘Dat is het gevoel dat Go Ahead je geeft als je komt aanrijden vanaf de dijk’, vermoedt Overmars. ‘Je ziet de stad liggen en de lampen van het stadion branden. Dat gevoel is misschien vergelijkbaar met wat Ajacieden hadden met De Meer. Tussen die vier masten, daar gebeurt het.’ Niemand moet het daarom opmerkelijk vinden dat hij, de vleugelspeler die ooit voor een bedrag van 40 miljoen euro verkaste van Arsenal naar Barcelona, zich nu druk maakt over het binnenhalen van een periodetitel in de eerste divisie.
Overmars: ‘Je kunt bij Barcelona zitten met een selectie van 600 miljoen euro of hier met een selectie van 1,2 miljoen. Uiteindelijk willen ze allemaal hetzelfde bereiken, succes.’
Bosvelt was al sinds 2004 bij Go Ahead Eagles betrokken als aandeelhouder en wil nu iets teruggeven aan de club waar hij als voetballer werd gevormd. ‘Al die mensen die hier zijn teruggekeerd en willen terugkeren, hebben dat gevoel niet voor niets’, zegt hij. ‘Het is een beetje nostalgie als je hier komt en door de straten van de woonwijk loopt. Dat alleen al vind ik leuk.
‘Het is dan wel eerste divisie, hier heb je het gevoel deel te zijn van een echte voetbalclub met een echte voetbalsfeer. Wat ik mooi vind, is het fanatisme van het publiek dat behoorlijk trouw is. Al die nieuwe stadions, vaak dertien in een dozijn, zijn ook niet zaligmakend. Als je met je stadion naast de Karwei zit, heeft de Adelaarshorst toch meer charme.’
Uiteindelijk zal Go Ahead, dat zondag de vlakke streekderby tegen Zwolle met 1-0 verloor, moeten verhuizen naar een andere accommodatie, zegt Bosvelt. ‘Je moet de sponsors wel wat kunnen bieden. Dat is ook het moeilijke ervan: aan de ene kant wil je vasthouden aan tradities. Anderzijds moet je de club niet laten doodbloeden door daar te zeer aan vast te houden.’
Voorlopig is hij eerst nog maar eens coach van Overmars, de speler met wie hij deel uitmaakte van de selectie van het Nederlands elftal.
‘Dat is niet te verzinnen, ook al heb je een rijke fantasie’, zegt Bosvelt. ‘Op zich is het niet zo heel gek om Marc nu te coachen, want toen hij hier debuteerde, speelde ik al drie jaar in het eerste. Zijn terugkeer getuigt van veel lef en medeleven met de club.’
Overmars polste Bosvelt ook voor een terugkeer op het veld. ‘Dan zei hij: toe nou, nog even voetballen voor Go Ahead. Maar dan had ik ook kunnen doorgaan bij Heerenveen en ik dacht juist: jongens, het is wel mooi geweest.’
Klik om te vergroten...