'Europese subsidie voor Spaanse banken is zegen voor de voetballiefhebber'
Ieder jaar opnieuw strijden alleen FC Barcelona en Real Madrid om het Spaanse kampioenschap. De andere Spaanse clubs geven vele miljoenen uit, met dank aan de ECB, om hoogstens derde te kunnen worden in de competitie. 'Dankzij de miljarden van de ECB voor de Spaanse banken heeft Nederland een spannende voetbalcompetitie', stelt hoogleraar Harrie Verbon.
Als Ajax, AZ, Twente en PSV mee zouden mogen doen aan de Spaanse voetbalcompetitie, zouden ze in korte tijd tot de meest succesvolle clubs behoren, omdat hun financiële situatie (relatief) gezond is.
In een prachtige column in de Volkskrant (10 april jl.) schetst Peter de Waard de bizarre situatie waarin de begrotingssteun aan Zuid-Europese landen en banken en het financiële wanbeleid van met name Spaanse voetbalclubs ons gebracht heeft.
Zoals hij beschrijft hebben alle grote Spaanse voetbalclubs grote schulden. Die kunnen ze de eerstkomende tien jaar niet aflossen. Daar hebben ze ook helemaal geen behoefte aan, want de clubs worden door de Spaanse banken in leven gehouden. Die banken lenen ook aan de Spaanse overheid en dus komen ze met zulke dubieuze debiteuren in de problemen. Daarom is de Europese Centrale Bank (ECB) al enige tijd bezig de Zuid-Europese banken met goedkope leningen te helpen overleven.
De ECB subsidieert dus indirect de Spaanse voetbalclubs, terwijl wij het in Nederland niet meer verantwoord vinden dat de overheid het betaalde voetbal subsidieert. De Nederlandse belastingbetaler heeft over deze subsidie van de ECB niets te zeggen, want de ECB is geen verantwoording schuldig aan de nationale overheden. De Nederlandse belastingbetaler moet echter wel garant staan voor het geval de Spaanse banken de zachte leningen niet kunnen terug betalen. Die kans is niet klein, mede omdat zowel de Spaanse overheid als de Spaanse voetbalclubs niet van plan zijn hun levensstijl aan te passen.
Winkelen
Die Spaanse voetbalclubs blijven gewoon proletarisch winkelen bij de kleinere competities in Europa. Nederland raakt ieder jaar weer zijn beste voetbaltalenten kwijt aan de grote competities, op basis van een van de grondbeginselen van de EU, namelijk het principe van vrije vestiging van werknemers.
Een ander belangrijk principe van de EU, namelijk de vrijheid van verrichting van diensten, volgens welke een bedrijf in een ander EU-land zijn diensten kan aanbieden, is in het voetbal echter nooit van toepassing verklaard. Voor Nederlandse voetbalclubs zou het aantrekkelijk zijn aan een 'grote' voetbalcompetitie mee te doen, omdat er in die competities meer te verdienen valt, vooral door hogere inkomsten uit televisierechten.
Als Ajax, AZ, Twente en PSV mee zouden mogen doen aan de Spaanse voetbalcompetitie, zouden ze in korte tijd tot de meest succesvolle clubs behoren, omdat hun financiële situatie (relatief) gezond is. Voor de Nederlandse voetballiefhebber zou het ook aantrekkelijk zijn om ieder jaar AZ-FC Barcelona, Ajax - Real Madrid, enzovoorts, te mogen aanschouwen. Maar, in strijd met de EU-regels, mogen ze niet meedoen. Door de inconsequente toepassing van de EU-regels op de voetbalwereld (wel vrije vestiging van werknemers, geen vrij aanbod van diensten), kunnen Nederlandse clubs nooit meer tot de top in Europa behoren.
Geen ramp
Voor de Nederlandse voetballiefhebber is die subsidie voor de Spaanse voetbalcompetitie toch geen ramp. Weliswaar verdwijnen de beste talenten voortdurend uit Nederland, maar daardoor is de kans dat twee of drie Nederlandse clubs jarenlang de vaderlandse competitie domineren ook veel kleiner geworden. Zodra een club 'te goed' wordt, vertrekken de stervoetballers en kunnen andere clubs weer aanhaken.
Er zijn nu al zes ploegen die kampioen kunnen worden. In het 'schuldenland' Spanje is de competitie zo ongeveer de meest saaie van heel Europa. Ieder jaar opnieuw strijden alleen FC Barcelona en Real Madrid om het Spaanse kampioenschap. De andere Spaanse clubs geven vele miljoenen uit, met dank aan de ECB, om hoogstens derde te kunnen worden in de competitie. Dankzij de miljarden van de ECB voor de Spaanse banken heeft Nederland een spannende voetbalcompetitie. Voor de Nederlandse belastingbetaler is de subsidie voor Spaanse clubs een gruwel, maar voor de Nederlandse voetballiefhebber een zegen.
Klik om te vergroten...